Belgé Verzétstreijers

(Belgische Verzetsstrijders)

 

Verzetstrijders monument St.Joep

Op 9 september wordt de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst gehouden op de plaats waar deze 11 Belgische verzetstrijders uit de sector Maaseik zijn doodgeschoten, aan de Pater Kustersweg in Cadier en Keer.

Het zijn deze verzetstrijders geweest die enkele uren voor onze bevrijding aan de rand van de beboste helling nabij Huize St.Joseph op 12 september 1944 door de Duisters op een laffe wijze werden gefusilleerd. Deze mannen, leden van het verzet in België, zochten in die tijd een schuilplaats in de bossen langs de weg Lanaken – Maaseik: vol ongeduld en met de nodige spanning, bovendien onder hevige regenbuien en weinig bescherming tegen de natuurelementen. Zo wachten zij op een beloofde dropping van wapens en munitie. Deze bleven echter uit: er kwam niets.

Tegen de middag zette het Duitse leger een aanval in op het schuiloord ‘Anatole’. Tegenstand was zinloos. De Duitsers arresteerde zowat iedereen die zij tegenkwamen. Op maandag 11 september werden 26 leden van het verzet in vrachtwagens afgevoerd. Via Mechelen aan de Maas, Rekem en Lanaken, stopt het konvooi bij de voormalige villa Bosch in Scharn. Hier krijgen de gevangene iets te eten. Ongelooflijk gezouten vis uit een tonnetje, enkele tomaten en wat brood. Ze worden in twee groepen opgesteld en moesten lopend langs de Akersteenweg in Oostelijke richting het onbekende tegemoet. Aan de voet van de keerderberg kregen ze opdracht om te lopen via een achterpoortje en in een gewone gewelfde kelder opgesloten. Hier wachten de weerstanders op hetgeen komen zou.

De volgende morgen werd Gustaaf Beazar als eerste uit de kelder gehaald en gesommeerd om lopend naar de plaats van terechtstelling te gaan. Al met al herhaalde dit gebeuren zich met tussenpozen van twintig minuten. Kort nadat twaalf kameraden ter dood gebracht waren verscheen een vrachtwagen. De overige niet vermoorde mannen en vrouwen vertrokken. Diezelfde dag 13 september werd Heer bevrijd door het 117e Infanterie Regiment – 1e Bataljon – 30e Divisie-B compagnie, de namen van de 11 gedode verzetstrijders zijn:

1. Gustaaf Beazar uit Kessenich

2. Alfons Leroy uit Neeroeteren

3. Pieter Jaeken uit Neeroeteren

4. Willem Conen uit Molenbeersel

5. Jozef Eerdekens uit Gruitrode

6. Jules Wolfs uit Maaseik

7. Jean Wolfs uit Maaseik

8. Mathieu Lenders uit Maaseik

9. Pierre Driessens uit Maaseik

10. Guillaume Langers uit Maaseik

11 Jacues Teelen uit Neeroeteren

14 september 1944

Onder een laagje mergel en afgedekt met takken werden de lijken gevonden. Het werd snel duidelijk dat zich hier een drama had afgespeeld. Later werd dit bekend onder de plaatselijke inwoners van Heer. Enkele maanden daarna vormde dit gebeuren de inspiratie voor de heer Jos Ramaekers  om een comité op te richten als blijvende herinnering aan de laffe daad die hier plaats had gevonden. Om zijn plan te kunnen uitvoeren vroeg hij hulp aan een aantal Belgische inwoners van Heer. De plannen werd uitgewerkt en met medewerking van de directie van Huize St. Joseph werden de eerste plannen voorgelegd aan de gemeente Heer. Met instemming werd het initiatief begroet.

Het comité bestond uit een zestal leden te weten de heren Jef Geys, Nol Gijsen, Sjo Ramaekers, Louis Meesters, Sjeng Vrijens en broeder Michael Smith. Zij gingen aan de slag om de benodigde pecunia bij elkaar te krijgen. Hun impulsieve animo werd dankbaar aanvaard, ook in België. Er werd zelfs een Erecomitë  opgericht met voornamelijk Belgische notabelen waaronder de consul van België in Nederland, de burgemeester van Maaseik en burgemeester Kessen van Heer. Een inzamelingsactie en de verkoop van kaarten met foto’s van de elf verzetsmensen. Een huis aan huis verkoop werd gestart door een tiental dames. De actie verloopt echter niet zoals men gedacht had. Het leverde fl. 56,63 op. De gemeenteraden waar de gefusilleerde afkomstig waren, namen daarop het besluit het initiatief te steunen. Zij beslisten een bijdrage te van een franc per inwoner.

Toneelstuk

Broeder Michael had het verhaal van hetgeen zich in en om Maaseik en eer had afgespeeld vernomen. Hij besloot van het hele verhaal een toneelstuk te schrijven. Het stuk kreeg de naam ‘Wat niet sterven zal’. Een schitterend stuk, waarin het drama werd uitgebeeld. Het is enkele malen opgevoerd in het openluchttheater nabij Huize St.Joseph. De spelersgroep bestond uit amateurs van Heer. Bijgaande foto laat zien hoe groot de belangstelling  was. De opbrengst werd eveneens gestort ten bate van het op te richten monument. Korte tijd later werden dan nog de uitvoeringen gegeven in België. Het geld kwam binnen en nu moest een ontwerp gemaakt worden. Er werden enkele ontwerpers gepolst een ontwerp te maken. Uiteindelijk kwamen ze bij beeldhouwer Jean Weerts uit Craubeek-Klimmem terecht. Hij kapte het beeld uit Franse Vaurionsteen: “Een suggestieve groep met een naar voren springende leeuw, drie naar voor kijkende verzetstrijders in aanvallende  en– op de ravage der verwoesting – een treurende vrouw met kind als hoofdfiguren. De vastberaden houding der strijders straalt de zelfzekerheid uit die hen naar de eindoverwinning zal leiden. Zij torsen de vlag terwijl de grimmige leeuw uit het wapen van België hun strijd naar een verlossende toekomst steunt.”

Naor Bove

Onthulling van het monument.

Op zondagmorgen 12 september 1948 volgde de onthulling. Die dag begon de ceremonie met een plechtige hoogmis in het openluchttheater van Huize St.Joseph. Hier waren ongeveer tweeduizend personen aanwezig. Onder de aanwezigen waren de gouverneurs van België en Nederlands Limburg. Na deze plechtigheid begaf het hele gezelschap zich naar de plek van het afgedekte monument. In de directe nabijheid wapperden de vele vlaggen en vaandels van verschillende Belgische verzetsorganisaties. Toespraken van diverse sprekers volgden. Tot slot werden kransen en bloemen gelegd. Als eerste door de weduwe van Gustaaf Beazar, gevolgd door vele familieleden van de slachtoffers. De plechtigheid werd besloten met het spelen van de Brabaconne en het Wilhelmus.

Herdenking 2013

Inmiddels bestaat het monument dus 65 jaar. In 1985 is het comité een stichting geworden: ‘Stichting Belgisch Monument Heer’. De taak luidt: ‘Het instandhouden van monument en herdenken en eren van de 11 Belgische Weerstanders die aldaar door de Duitsers en hun handlangers gefusilleerd zijn, jaarlijks op de tweede zondag van september te blijven organiseren’.

Boven de onthulling op zondagochtend 12 september 1948

Naor Bove

Bron: Markant Heer-Scharn-de Heeg-September 2013, geschreven door Wiel Eggen, Charles Rouschop Historische Kring, Wikipedia Jean Weerts

Kleurenfoto: geheime leger Maaseik

eine terök