Peerd vaan Beite

(Paard van Beiten)

't Peerd vaan Beite is niet een mens maar een dier.

’T PEERD VAAN BEITE

Dertig jaar geleden werd het merendeel van onze boodschappen nog thuis bezorgd.

Veel zat nog in glazen flessen. Al was het wat duurder, je kocht het aan huis, van de

melkboer of de limonadehandelaar. Wanneer je de paardenvoeten hoorde wist je

hoe laat het was. En al had de limonade wel eens een bijsmaakje, toch vonden we

het lekker. Het moeten overigens sterke paarden geweest zijn, want de firma Beiten

lag aan de Brusselsestraat. En dat is heus geen heuveltje, ze moesten flink doorstappen

als de wagen vol geladen was. Over eten hadden de paarden niet te klagen.

Menig paard heeft wel eens een boterham gekregen. En zo niet, dan kreeg het van tijd

tot tijd de haverzak omgehangen.

 

 

 

 

 

AAN HUIS BEZORGD

 

Bekijk deze foto uit de jaren vijftig en je beseft pas goed wat de modernisering van

de detailhandel in de jaren erna teniet hebben gedaan. Boodschappen doen op zaterdagochtend

was voor menig huisvader na een drukke werkweek een ‘crime’. In stilte verlangt

hij hevig naar de tijd dat de bakker, de slager, de melkboer en de groenteboer

nog aan de deur kwamen. Keiharde economische wetten hebben de kleine neringdoenden

echter naar de marge gedrukt. Een onomkeerbaar proces, naar het lijkt.

Op de foto bezorgt drankhandel Beiten nog fijn een kratje Brand’s Bier bij de bekende

fotograaf Naseman. Koel, bruisend bier dat het bezorgde gezicht van vaders als bij

toverslag in een ontspannen glimlach verandert.

 

 

Limonadehandelaar Beiten - die de flessen frisfrank met paard (2 stuks) en wagen aan huis bezorgde en zijn groothandel aan de Brusselsestraat had.

In 1944 was de Dominicanerkerk al ingericht voor het opvangen van de doden. We gingen erheen. Het stonk er dat het hartstikke dood viel! De hele buurt stonk en dat was nóg erger geworden toen die mensen een paar dagen later begraven werden. De frisdrankenleverancier Beiten had zijn karren met paarden uitgeleend voor het transport van de kisten naar de Tongerseweg.

Mijn moeder en ik stonden bij de poort van het voormalige Jezuďetenklooster tegenover de Abtstraat te kijken. De kisten lagen op de karren gestapeld….(Uit een verhaal van Franciscus Nelissen op de site van Zicht Op Maastricht).

 

 

Onderstaande anekdote heb ik mogen ontvangen van dhr. Rob Bastiaens: 'We reden wel eens met Frans Beiten mee in zijn luxe Peugeot, om vanuit de kroeg in Maastricht naar België te gaan om een pint te vatten, aldaar. Op de heenweg reed hij langs de zaak op de Brusselse straat om ons wederom op een excursie te trakteren. Gelukkig was er iemand bij, Vic Weekers, die zijn bevinden niet onder stoelen of banken stak en zei dat hij daar genoeg van had. “En nu doorrijden, Beiten” bullekte hij. En Frans reed tot onze opluchting- en verbazing, door. Helaas zijn beiden inmiddels overleden'.

   

Onderstaand verhaal kwam ik tegen op Facebook en is geplaatst door Henk Muijtjens met zijn toestemming mag ik dit op mijn site plaatsen waarvoor dank.

Op de foto 't Peerd Vaan Beite Brusselsestraot 1959.

Bekind wie 'ne boonte hoond, Daor hoof ich neet völ euver te zegke. Toch 'n klein anekdote wat ich uch neet maag onthawwe. 'T waor op 'ne bloodhéte zomerdaag in de fieftiger jaore. Beite stoond mét z'n kaar bij 't Cannerplein bij kaffee 'De Tramhalte' in de weeg laog 'ne geetiezere heite pütdéksel boe 't peerd sjus bove stoond. Of heer noe dag aon ´ne lekkere Merrie ich weit ´t neet meh op ´n gegeve momint zakde zich get oet ziene boek naor oondere... totdat ´t de pütdéksel raakte. Pjssst. Ich hňb nog noets  gezeen.... Wie ´ne éllestik vloog dat dink weer naor binne. Veer, es nozems vaan é jaor of 14 höbbe nog lang kroomp gelege euver dat komies gebuire. Get wat ste noets mie vergits.

En in het Nederlands;

Bekend als een bonte hond. Daar hoef ik niet veel over te zeggen. Toch een klein anekdote die ik u niet mag onthouden: Het was op een bloedhete zomerdag in de vijftiger jaren. Beite stond met zijn kar bij het Cannerplein  bij caffé ‘De Tramhalte’ in de weg lag een gietijzeren hete putdeksel waar het paard net boven stond. Of hij nu die dag aan een lekkere merrie ik weet het niet, maar op een gegeven moment zakte iets uit zijn buik naar beneden… totdat het de putdeksel raakte, Pjsst. Ik heb het nog nooit gezien Als een elastiek vloog dat ding waar terug naar binnen. Wij als nozems van 14 jaar hebben kromgelegen van het lachen, zulke dingen vergeet je nooit.

Van mevr Annemie Raeven melde via mail dat haar Oom Nico Magné jaren heeft gewerkt bij fa Beiten als bezorger, hij poetste en verzorgde ook altijd de paarden van Beiten. Hij heeft er lang gewerkt, de exacte datum is mevr Raven helaas niet bekend. (Bedankt voor u bericht)

In haar eigen woorden: Miene noonk Nico Magné heet jaren gewerkt es oetbringer van Beiten, en heer pötste en verzörgde auch altied ut peerd van Beiten. heet daor lang gewerrek data weit iech neet mie sjůs.

Als u nog meer informatie of foto's hebt van de frisdrankenhandel Beiten, om het artikel uit te breiden dan hoor ik het graag, u kunt mij een mailtje sturen.

Naor Bove

Bron:Website, Zicht op Maastricht, Boek: Het Maastrichtboek (RHCL) Blz 39 en 54.

eine terök