|
Gaasfebrik Mestreech
(Gasfabriek Maastricht) |
Gaasfebrik Mestreech / Gasfabriek Maastricht
Deze op de Cabergerweg liggende fabriek was in mijn ogen altijd de Radium of Vredestein, wist ik dat er eerst een Gasfabriek gelegen had, en niet zomaar eentje, nee de Gasfabriek van de Gemeente Maastricht. Op Het Rondeel lagen er twee, nu nog één gasopslagtank in de kleur groen. Nu heeft de Gemeente Maastricht plannen ter ontwikkeling van het gebied Belvedere waar het industrieterrein 'Bosscherveld' ook gedeeltelijk invalt. De fabriek zou plaats moeten maken voor de nieuwe aanlanding van de Noorderbrug, een aanpassing aan het verkeersontwerp heeft het deels Industrieel monument gered. Het hele gebied gaat op de schop, een gedeelte van de Gasfabriek en de opslagtank is industrieel erfgoed en mag niet gesloopt worden, de nieuwe bestemming ?
Dat er gas ontstaat bij de droge destillatie van steenkool is al lang bekend. De Maastrichtenaar Jan Pieter Minckeleers, professor te Leuven, verlichte sinds 1785 één maal per jaar zijn collegezaal met ruw lichtgas. De Engelsman William Murdoch bevorderde rondom 1800 het gebruik van lichtgas voor verlichting en verwarming op grote schaal.
Geschiedenis Gasproductie: 1784-ontdekking lichtgas (steenkoolgas) / uitvinding gasverlichting Professor Jan Pieter Minckelees. 1785-Minckeleers verlicht zijn auditorium met lichtgas 1 x per jaar (als docent aan de universiteit van Leuven). 1789-terugkeer van Minckeleers in Maastricht (docent aan École Centrale, gesticht door de Fransen). 1800-Wiliam Murdoch (Engels) bevordert gebruik van lichtgas voor verwarming en verlichting op grote schaal. 1812-1815-straten van London en Parijs worden verlicht met gas. 1826-Rotterdam eerste gasfabriek in Nederland. 1827-gasfabriek in Gent: 700 gaslantaarns ipv fakkels. 1854-Maastricht legt eerste gasleiding aan voor straatverlichting onder beheer van de gemeente. 1885-bouw Westergasfabriek Amsterdam, grootste in Nederland ,et 4 hectare aan grondgebied. 1912-ontwerp gasfabriek Cabergerweg, ing. Jan Gerko Wiebenga. 1913-opening nieuwe gasfabriek Maastricht. 1930-Gasfabriek Maastricht wordt gesloten, gas voortaan gewonnen uit de staatsmijnen. 1933-Bataafsche Rubberfabriek geopend op terrein van de Gasfabriek te Bosscherveld. 1949-verbouwing stokerijgebouw gasfabriek tbv rubberfabriek. 1959-door uitvinding gloeilamp raakt gasverlichting in onbruik, veel gasfabrieken in Nederland en Europa werden na 1959 gesloopt waarbij meestal een zwaar vervuild terrein overbleef.
Bouwgeschiedenis: Het gebied, waar deze voormalige gemeentelijke gasfabriek deel van uitmaakt, vormde van oorsprong onderdeel uit van de zeer uitgebreide vestingwerken van de stad Maastricht. De ter hoogte van het huidige object gelegen fortificaties (lees: de noord-westelijke hoek van de stad Maastricht) worden ook wel aangeduid als ‘Lage of Bossche Fronten’. Na de opheffing van de vestingwet in 1867 verloren de vestingwerken echter hun functie. Dit vormde hierbij dé aanleiding om de stad te kunnen onderwerpen aan een grootschalig uitbreidingsplan. Het ging hierbij met name om de vraag naar woningbouw, maar zeer zeker ook vanwege de opkomende industrie. Tegenwoordig maakt de locatie van de voormalige gasfabriek deel uit van de, ten noordwesten gelegen, (industrie) wijk ‘Bosscherveld’.
Nadat in 1839 het Koninkrijk België was uitgeroepen, werd in Maastricht een hele reeks infrastructurele voorzieningen aangelegd, niet in de laatste plaats door toedoen van Petrus Regout. Hij kreeg toestemming om te laden en lossen tot na zonsondergang, waarvoor hij in 1849 bij het Bassin straatlantaarns liet plaatsen. Het gas werd geleverd door zijn eigen gasfabriek, die hij in 1846 op eigen terrein had opgericht. Deze gasfabriek verzorgde in eerste instantie de gasverlichting in zijn eigen fabrieken zodat er ook in de winter langer doorgewerkt kon worden. Maar Regout kreeg al snel ook een concessie voor de levering van gas aan de gemeente. Hij paste daarbij een eigen vinding toe, namelijk het transport van gas via zelf gefabriceerde glazen buizen. De oprichting van een gasfabriek in 1856 door de gemeente Maastricht vertroebelde zijn verhouding met de gemeente Maastricht. Via een proces, aangespannen door de gemeente Maastricht en uitgevochten tot voor de Hoge Raad, werd Regout in 1859 verplicht alle glazen buizen onder het stratenplan van Maastricht te verwijderen. De (eigen) gemeentelijke gasfabriek werd in 1858 opgericht, deze kreeg daarbij het monopolie voor het leveren van gas aan de stad. Het Fabrieksterrein van deze eerste gemeentelijke gasfabriek lag tussen de noordoostzijde van de Capucijnenstraat, de oostzijde van de Lindenkruisstraat, de westzijde van de Sint Andriesplaats (de huidige Maagdendries) en de zuidwestzijde van de Bogaardenstraat. Aangezien deze eerste gasfabriek, aan het begin van de twintigste eeuw, niet meer voldeed werden plannen gemaakt voor de realisatie van een geheel nieuwe gasfabriek.
De ontwikkeling van terreinen met betrekking tot het gebied van Bosscherveld, bleef enigszins achter bij de rest van de stad. Dit had met name te maken met het feit dat een overgroot deel van dit terrein nog toebehoorde tot het grondgebied van de gemeente Oud-Vroenhoven. Aan het eind van de 19e eeuw werden plannen gemaakt voor een nieuwe gemeentelijke gasfabriek, maar nu buiten de vestingmuren. De oude gasfabriek kon de vraag naar kolengas niet meer aan. De keuze viel op een stuk terrein, westelijk gelegen van het spoorweg goederen emplacement, het goederenstation Boschpoort, aangelegd door de gemeente in 1903, voorbij Bastion B en oostelijk van Weg naar Kaberg. De Weg naar Kaberg liep toen in westelijke richting vanaf de kruising Sint Andriesplaats met de Boulevard (de huidige Statensingel), rechts langs het Fort Willem I, tot aan de Brusselseweg. De huidige Cabergerweg kreeg zijn huidige naam en vorm rond 1900. Een groot voordeel van dit gebied was echter dat er voldoende ruimte capaciteit voorhanden was. Ook de aanwezigheid van de spoorlijn naar Hasselt en Aken, én dat de Zuid-Willemsvaart (kanaal) grensde aan de fabrieksterreinen, deed veel bedrijven besluiten om zich hier te vestigen. |
|
|
Boven gasfabriek 2014, foto MestreechterSteerke.
Illustratie links MGL |
Bouwhistorie: Het object maakt tegenwoordig deel uit van het fabrieksterrein van ‘Elgi / Rubber Recources’ (Cabergerweg 45), gelegen in de wijk Bosscherveld van de stad Maastricht. In zijn oorspronkelijke opzet vormde dit object, bijna twee decennia lang, de gemeentelijke gasfabriek van Maastricht. Hierna werd dit object in gebruik genomen door de rubberfabriek, en als laatste gevolgd door (inmiddels) vele jaren van leegstand. Het gebouw heeft in 2005 de status van Rijksmonument verworven. Het oorspronkelijke gebouw is in 1912 ontworpen als een staalconstructie door de firma Klönne uit Dortmund. In die tijd was de N.V. Industriële Maatschappij F.J. Stulemeijer uit Breda een van de eerste die zich in Nederland bezig hielden met “Het Nieuwe Bouwen” in gewapend beton. O.l.v. hun constructeur ir. Jan Wiebenga hebben zij het ontwerp van Klönne omgewerkt naar gewapend beton. (Na ondertekening van het bouwcontract op 5 september 1912 begon de bouw van de fabriek. Architect was ir. Jan Gerko Wiebenga die als constructeur in dienst was van de firma N.V. industriële Maatschappij F.J. Stulemeijer en Co. De gasfabriek werd gebouwd in functionalistische stijl. De voorgestelde en ontworpen ijzerconstructie werd geheel in de betonconstructie verwerkt. De noordoostelijke gevelwand had voor een groot gedeelte een open structuur. De zuidwestelijke gevelwand daarentegen had voor een groot gedeelte een gesloten structuur). Op basis van de gunstigere prijsstelling en de vermeende betere explosiebestendigheid is uiteindelijk gekozen voor deze bouwwijze in een skelet van gewapend betonnen kolommen, balken, vakwerkliggers en vloeren. Het gerealiseerde ontwerp is dus oorspronkelijk als een staalconstructie bedacht, hetgeen de wat vreemde uitstraling verklaart met o.a. diagonaalverbanden, vakwerkliggers en schoren in gewapend beton. Tot 1930 is het complex in gebruik geweest als gasfabriek voor de Gemeente Maastricht, waarbij via verhitting van vette steenkolen in ovens tot ca. 1000şC het aanwezige gas eruit werd gedestilleerd. De van het gas ontdane steenkolen werden als cokes in eerste instantie gebruikt om de eigen ovens mee te stoken en het overschot werd verkocht als brandstof. Om die reden wordt het complex ook wel aangeduid als vml. Cokesfabriek terwijl cokes min of meer een restproduct was. In 1930 is de Gemeente Maastricht overgestapt op de levering van gas door de Staatsmijnen en werd de eigen Gasfabriek gesloten. In 1932 werd het complex in gebruik genomen door de NV Bataafsche Rubber Industrie (BRI), de latere Radium en thans Vredestein. Ook werd een gedeelte door de Gemeente Maastricht verpacht aan Houthandel “De Maas”. Vanaf 1970 vindt er in het gebouw alleen nog opslag plaats en uiteindelijk blijft er geen bestemming meer over en volgt er aan het einde van de zeventiger jaren leegstand. Vanaf dat moment wordt er ook nauwelijks nog onderhoud gepleegd en raakt het gebouw in verval. |
|
Gasfabriek 1930 |
Maagdendries Gashouder 1945 |
Gashouder:
Lindenkruis/Maagdendries gebouwd in 1891, een gashouder bestond in die tijd uit een enorme bak in de grond (het betonnen deel) en een enorme hoed boven de grond (van staal), die daar precies in paste. De hoed kon omhoog komen en omlaag zakken, afhankelijk van de hoeveelheid steenkolengas die erin werd opgeslagen. Door middel van water werd een gasdichte afsluiting bereikt tussen twee delen van de gashouder. (Paul Tieman) |
|
De fabriek bestond uit een drie achter elkaar liggende complexen, te
weten:
Zuidwestelijk van de stokerij werden ertegen aan, was-, kleed- en schaftlokalen gebouwd. Zuidwestelijk van het bunkergebouw verrees een circa veertig meter hoge schoorsteen met een doorsnee aan de top van anderhalve meter. De bouw werd in 1914 afgerond.
Waardering: De gasfabriek van Wiebenga is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een bestuurlijke ontwikkeling (gemeentelijke verantwoordelijkheid voor nutsvoorzieningen), als uitdrukking van een technologische en typologische ontwikkeling en vanwege de innovatieve waarde van het ontwerp. Het gebouw is van zeer bijzonder belang voor de geschiedenis van architectuur en bouwtechniek, vanwege de betrokkenheid van ir. J.G. Wiebenga en vanwege het materiaalgebruik. De fabriek beschikt over een redelijke mate van architectonische gaafheid van het exterieur en is van zeer groot belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid, verbonden met de relatief hoge ouderdom van de constructie en ontwerp.
|
|
Drie krantenberichten over ongevallen in en om de gasfabriek, 1897, 1921 en 1931 |
|
Gasfabriek Gemeente Maastricht 1900 | |
Hierboven een mooie samenstelling van Breur Henket Links advertenties uit kranten van Gasbedrijf Maastricht |
|
Bron: website; Wikipedia Gasfabriek, Jan Gerko Wiebenga, Lindenkruis, Castermans Egineers, Limburgs Erfgoed, Archieven, boek; bouwhistorische verkenning met waardenstelling, Cabergerweg 45, Margraten 20-08-2012, PDF: Gemeente Maastricht Ruimtelijke plannen, Afstudeerproject R.Schols, |