Mestreech in 't Nuits

 

(Maastricht in het Nieuws)

Maastricht in het nieuws, 1717 - 1723

Op 30 januari 1717 werden twee dragonders van het regiment Van der Duin opgehangen. Ze werden betrapt op het stelen van hoeden, mantels en wat dies meer zij, hetgeen voor een onveilig gevoel zorgde in de stad. Kijk eens naar “Opsporing Verzocht”, en je weet wat het woord onveilig in onze dagen inhoudt. In april vertrok het Schots regiment van Wood uit de stad naar Den Bosch om aldaar bedankt te worden voor hun goede diensten. We hadden toen huursoldaten in de stad, die voor orde en rust moesten zorgen. De eigenaar van het regiment was ook de naamgever. Hij kreeg het geld en betaalde zijn soldaten als het goed was. Op 27 juli kwam de tsaar uit Moskou hier aan. Hem viel een oorverdovend eresaluut ten deel. Honderd stukken geschut werden drie keer afgevuurd, voorwaar toen ook al een verkwistende overheid. Hij was nauwelijks in de stad, of hij vertrok naar de St.Pietersberg, waar ook al weer met  het kanon voor hem werd geschoten. In de avonduren werd hij getracteerd op een bal door het stadsbestuur. De volgende dag was er een bestorming van de “burcht” op een schip op de Maas, een oud voorrecht van het schippersambacht. In de middaguren reed hij naar Kanne om op het Chateau te eten. Toen wisten de bevoorrechten ook al waar het lekker eten was. Omstreeks vier uur keerde hij terug. Met een speciaal jacht voer hij daarna de Maas af op weg naar Holland, waar hij wederom met alle eer werd ontvangen. In augustus heette het weer afscheid nemen, nu van de Zwitserse huursoldaten. Zeven compagniën werden afgedankt en vertrokken naar hun vaderland. Op 26 augustus bereikte de stad de heuglijke mededeling dat de Turkse “Hunnen” te Belgrado verslagen waren door het leger van generaal Eugenius. Een speciale koerier te paard zorgde hiervoor. Voor hem werden er geen kanonnen afgevuurd. Een september was een dag om niet te vergeten. Het waaide en stormde zo hard dat drie van de grootste bomen van de wallen met wortel en al uit de grond werden gerukt, en overal vlogen delen van daken af.

Stadscommandant Top had het meer druk. Op 26 september moest hij spoorslags naar Herstal om daar te overleggen over een ruzie tussen Pruisische en Hollandse troepen, waarbij een Hollander doodgestoken was. Op 25 oktober was Top bezig met plezieriger werkzaamheden. Hij vertrok met een select gezelschap dames en heren naar het klooster van Vivegnies, nabij Luik, om ter plekke de wijnoogst en het persen van de druiven te aanschouwen. Daarbij zal het zeker niet gebleven zijn, want het uitgenodigde elitaire gezelschap wilde natuurlijk ook het een en ander achterover slaan. Maastricht had in december 1717 last van hoog water. De Franse kerk stond twee voet hoog in het nat, en de gelovigen moesten hun eredienst op het gouvernement en in de St.Mathijs houden. Op 13 januari 1718 trok het regiment van Alberti door onze stad. Ze waren op weg naar Groningen om daar te helpen bij het herstellen van de dijken die door de storm veel schade hadden opgelopen. Dat was nog eens positiever dan vechten op nutteloze missies in Mali of Verweghistan. Op twee maart speelde zich een gewelddadig incident af aan de Varkensmarkt. Een schildwacht die beledigd was door de luitenant en ingenieur Middelhoven schoot de man pardoes dood. Op acht april was het alweer raak. Of Maastricht toen ook al op twee stond in de Top 10 der meest gewelddadige steden is mij onduidelijk. De vaandrig Boomhouer van het regiment van Alberti werd buiten de Brusselse poort door een burger van de stad in een duel gedood. Op 25 april overleed stadscommandant Top. Hij werd met veel eer begraven in de St.Jan. De Magistraat, beide kapittels, beide kerkraden, en de burgerij waren daarbij aanwezig. Op 7 mei vertrok Tilly naar Den Haag op er de eed als nieuwe gouverneur af te leggen. Op 17 mei wilden een aantal boeren van de Vroenhof beletten dat werklieden die in de buurt aan de versterkingen werkten graszoden bij de plaatselijke fontein afstaken. De stad zond een commando soldaten naar  Wolder om de arbeiders in staat te stellen hun werk te doen. Verder bleef er een wacht achter om de werklui te beschermen.

Op 22 juni 1718 kwam Tilly te Maastricht aan vanuit Holland als de nieuwe gouverneur. Er waren weer kanonschoten als verwelkoming en het garnizoen presenteerde de wapens. In november werd de passage van twee regimenten van de keizerlijk troepen verboden door de stad naar Brabant te trekken. Even later trokken ze er dan maar via Luik naar toe. In mei 1718 had men informatie gekregen dat een deserteur uit het regiment dragonders van Van der Duin zich te Gronsveld verborgen hield. Een acht man groot commando vertrok uit de stad naar het dorpje om hem op te pakken. Ze kwamen van een koude kermis thuis. Ze werden door de plaatselijke boeren dwars gezeten die de deserteur wilden beschermen, en moesten onverrichter zake naar Maastricht terug gaan. Zo wonnen de Boeren toch nog van de Sjengen, alhoewel het zullen wel ingehuurde Sjengen geweest zijn. Op 14 september ging een commando van 40 ruiters en 40 man voetvolk de stad uit om hier en daar posten te bemannen in de strijd tegen de gauwdievenplaag op het platteland. In oktober gebeurde hetzelfde, maar helaas, ze keerden weer zonder resultaat terug.

Op 12 januari 1720 trok een commando uit de stad naar het naburige Hermal. Men wilde daar de plaatselijke regenten een lesje lezen, omdat ze weigerden de verordeningen van de overheid op te hangen. In deze maand kwam ook het Zwitsers regiment van Sturler weer terug in de stad, nadat ze in 1719 uitgeleend waren om in Schotland als garnizoenseenheid te dienen. Op de Biesenhof was er al langer sprake van diefstallen. De hovenier aldaar kreeg toestemming van het bestuur om op mogelijke dieven te schieten. Dat deed hij in de nacht van drie op vier juli. Hij verwondde daarbij met zijn karabijn een soldaat van de Kroonprins aan het hoofd. Deze stierf enkele dagen later aan zijn kwetsuren. Nu wist men wel uit welke hoek de diefstallen kwamen. In november organiseerde de geestelijkheid van de St.Servaas een processie om de pest te voorkomen. Ook de gereformeerden moesten aan de bak. Zij werden gelast iemand aan te stellen die in hun plaats meeliep, mits hij een penning trok.

Op vier maart  1721 kwam de reactie van Hare Hoog Mogendheden uit Den Haag. Ook zoals nu deden ze er lang over voordat ze een mening gevormd hadden. Waar ging het over? De processie ter afwending van de pest was de protestanten in de Hofstad in het verkeerde keelgat geschoten. Men zou de papen een lesje leren. Het mocht nooit meer gebeuren dat een sergeant met vier manschappen van het garnizoen aan een rooms uitje deelnamen. De gouverneur Tilly kon er niks aan doen, het was zonder zijn orders geschied, maar toch! De Staat wilde niet meer dat soldaten met de bajonetten op hun snaphaen achter de gravin aanliepen in een dergelijke optocht. De clash van de religies speelde ook toen een rol. In september was warempel toch de pest in Frankrijk opgedoken. Onmiddellijk kwam er een reactie. Weliswaar konden de toen nog niet bestaande pharmaciereuzen er  met behulp van hun handlangers uit de medische wereld fenomenaal veel aan verdienen, maar toch was de paniek erg groot. Niemand mocht meer de stad in zonder dat hij of zij een attest had waarin duidelijk was omschreven dat er geen sprake was van enige besmetting. Bedelaars, Turkse slaven, of Compostella fanaten mochten er al helemaal niet meer in. In oktober moest de krijgsraad tussenbeide komen in een zaak tussen Majoor Heilman en de plaatselijke bankier Webber, dit gebeurde wel vaker. Ook “small news” was in. In januari 1723 brandde op den Dries een schuur helemaal af. Een week later was er toch zowaar een nationale biddag waarin Lutherfreaks en Roomsen om het hardst hun best deden om de pest al biddend uit het land te houden. Jan Brand en Dirk Moreau waren twee dragonders in het garnizoensregiment van Duporteuil. De twee hadden nog weinig vergezichten in het leven op dat ogenblik. Wegens diefstal kwamen ze voor de krijgsraad. Die veroordeelde beiden, met het gevolg dat ze op 18 februari 1723 opgehangen werden en een dag later omwille van safety first redenen ook nog eens aan flarden geschoten werden. Leek wel of Al Qaida in de 18e eeuw hier wortel geschoten had.

Op 18 april kwam er een nieuw plakkaat waarin voor de bijzienden met koeletters vermeld was dat er geen Franse produkten meer de stad in mochten. Had natuurlijk te maken met de pest die al in Frankrijk aanwezig was! In juni werd er een complot ontdekt tegen de Engelse koning. Verschillende regimenten in de stad kregen opdracht zich voor te bereiden op een mogelijk uitstapje naar Albion om aldaar de koning te ondersteunen. In oktober kwam er weer een leuk plakkaat. Een order van de Commissarissen Deciseurs verbood het om wraak te nemen op diegenen die van religie veranderden. Ons land had klaarblijkelijk toen ook al elementen van de islam in zich. In november kwam het droeve bericht dat majoor De Lille Marais in Aken overleden was. De arme man was er juist naar toe gegaan om een kuur te doen in de heilzame bronwaters.

Naor Bove

Bron: J.Visser - Jo Vromen via zijn blog Helletocht naar de Grotten, Foto Kanonnen MestreechterSteerke, Foto Tilly Wikipedia, Foto geweer snaphaen met bajonet Militairmagazijn.

eine terök