Mestreech in 't Nuits

 

(Maastricht in het Nieuws)

Maastricht in het nieuws, 1723 - 1727

Op 6 januari overleed de commandant van de stad Luitenant-generaal Desvillates in de leeftijd van 70 jaar. Hij werd met militaire eer in de St.Jan begraven, de top-lokatie voor de protestantse inwoners. Het gehele garnizoen presenteerde daarbij de wapens langs de straten van Maastricht. Op 11 januari werd Taats van Amerongen tot de nieuwe commandant benoemd. Zo werden toen al vrijwel alle functies door Hollanders bezet. Op 10 april overleed gouverneur Tilly ( zie schilderij), oud 75 jaar. Wat opvalt is, dat ze toen ook al lang moesten doorwerken van die zuinige Hollanders. Hij werd in de St.Servaas basiliek begraven. Op 10 mei gingen alle officieren van het garnizoen langs bij zijn vrouw, de gravin Lynden, waarmee hij een katholiek huwelijk was aangegaan in 1682, vandaar zijn begrafenis in de St.Servaas. Tilly, oftewel Claudius Frederik Serclaes stamde uit een oud adellijk Waals geslacht. Hij was door zijn ouders voorbestemd voor een loopbaan als geestelijke, maar schrok er begrijpelijkerwijs voor terug toen hij een baan als kanunnik in Luik dreigde te moeten aanvaarden. Hij koos voor een militaire loopbaan. In 1714 liet hij aan de Grote Gracht het stadspaleisje Hof van Tilly bouwen. Het werd druk met de hoogwaardigheidsbekleders. Op 21 mei kwam Amerongen als de nieuwe commandant aan, en op 7 augustus trok een commando soldaten de stad uit naar Postel om daar de bagage van de nieuwe gouverneur op te halen en deze tijdens het vervoer te escorteren. Het ging om het hebben en houden van de Prins van Hessen Cassel. Op 15 november hoorde men dat twee dagen eerder de Prins-Bisschop van Luik,Josef Clemens van Beieren in Bonn overleden was. Zie daar de burgerij bestond toen gewoon niet. Alle functies gingen naar adel en clerus. Heden ten dage gaat alles naar ons kent ons en de politieke vriendjes. Kennis van zaken is geen vereiste. Zie de liberale Hotlips die met een Schoevers opleiding Defensie gaat bevrouwen, een farce, maar je doet er niets aan. Op 30 december kwam weer een multi-functionaris in de stad aan. Het was onze vriend Graaf van Plettenberg, de luitenant-generaal in dienst van de Bisschop van Munster en grootgrondbezitter in het Limburgse land.

Op drie februari 1724 werd George Louis van Berg te Luik gekozen tot de nieuwe prins-bisschop. Een tiental  dagen later kwam er weer een topper aan. Het was de Kardinaal van Saxe Seits die van Luik met de boot was afgezakt naar Maastricht. Waarschijnlijk had men kanonkogels te veel, want er werden zowaar 40 kanonnen drie keer elk gelost. Ook alle commandanten van de garnizoensregimenten waren present en begeleidden zijne hoogwaardigheid naar het gouvernement, waar hij zou logeren. Twee dagen later, het kon niet op, vertrok hij met dezelfde eer naar Duitsland. Toen op 15 februari de Graaf van Hompesch aankwam, dachten de bewoners weer dat er een aanval op de stad aan de gang was. Zeven kanonnen maakten heel veel lawaai. Dertien dagen later vertrok hij met zijn broer de prins-bisschop van Luik naar Walborg. In april hadden twee officieren van het garnizoen een geschil. Kapitein Looman moest van de rechter aan vaandrig Blommendal zijn excuses aanbieden. Vreemd genoeg moest de laatste wel de gerechtskosten betalen. Omdat het vonnis al was uitgesproken kon er niet meer op terug gekomen worden. Op de Kleine gracht gebeurde op 30 juni een drama. Soldaat Spaan had aldaar een burger dood gestoken. Zijn zus was zo slim om bij de Prins een pardon te verkrijgen. Zou ze mooi geweest zijn? Op 30 juni was het weer raak met onze vrienden de zigeuners. Ze moeten het wel erg bont gemaakt hebben. Er ging zowaar een commando van 250 man uit de stad naar Heerlen. De zigeuners, ook wel Taters, genoemd, roofden er daar duchtig op los. Op 6 augustus was het commando al weer terug, na verschillende zigeuners gedood te hebben.

Op 15 oktober kwam er een Frans detachement de stad binnen om een deserteur van het regiment van Bouflers op te halen. Opsporing verzocht: Op 5 februari 1725 werden in alle dorpen rondom de stad plakkaten opgehangen, waarin vermeld werd dat er voor elke deserteur die men zou oppakken en naar het garnizoen brengen 32 rijksdaalders betaald zou worden. Justitie pakte hiermee flink uit, het was een heel bedrag voor de potentiële arme burger. Men ging nog verder. Als men er achter kwam dat een garnizoenssoldaat was gedeserteerd, schoot men vanaf de wal het kanon af, en dan kon de jacht beginnen. Een 18 eeuws “Fugitive” drama, zo gezegd. De lange arm van justitie was ook 300 jaar geleden aanwezig. Een soldaat van het regiment van Keppel had in 1713 in het nu Belgische Meenen als korporaal een misdrijf begaan. Hij was toen soldaat in het regiment van van Linden. Hij was daarvoor in die periode door de krijgsraad veroordeeld. Het vonnis luidde dood door radbraken. Dat was niet zo leuk, en de arme soldaat slaagde er wonderwel in om te ontsnappen. Men kwam er echter in juli 1725 achter dat hij in Maastricht deel uitmaakte van het garnizoen. Men veroordeelde hem opnieuw tot het oude vonnis en op vier augustus 1725 werd het voltrokken. In september waren de zigeuneurs of Taters weer in opspraak geraakt. In Maastricht werden plakkaten opgehangen om alle Taters streng te straffen. Op drie oktober was er deftig bezoek. De Aartshertogin van Oostenrijk, en tegelijkertijd de gouvernante van de Oostenrijkse Nederlanden, Maria Elisabeth, kwam hier aan. Ze werd verwelkomd met het lossen van 6 maal 124 stukken geschut. Ze was van Wenen op weg naar Brussel. Uitvinders waren er ook al, want in januari 1726 kreeg ingenieur en luitenant-kapitein Chambrier van het Zwitsers regiment te Maastricht een octrooi voor het maken van waterspeeltuigen. Op 30 maart was het weer raak. Een soldaat van het regiment van Keppel werd doodgeschoten, omdat hij enkele dagen van tevoren de vaandrig Schreuder van het regiment van prins Albregt in de Jodestraat had geattakeerd en gekwetst.

Op 7 mei werd een plakkaat van de staat gepubliceerd waarin gereformeerden in ons land volgens Franse wetten geen erfenis mogen aanvaarden van ouders of kennissen die in Frankrijk wonen. Het werd oog om oog, tand om tand, want hier besloot de overheid dat Franse onderdanen die hier wonen ook geen erfenis mogen aannemen. Het leger werd ook versterkt. De dragonders, vanaf 1714 te voet, werden nu van paarden voorzien. Op 15 oktober kwam de Hertog van Berwick, een Franse maarschalk vanuit Aken te Maastricht aan. Na het fort St.Pieter bezocht te hebben ging hij via Tongeren weer naar Frankrijk.

Naor Bove

Bron: J.Visser - Jo Vromen via zijn blog Helletocht naar de Grotten, Foto St.Janskerk, uitgeverij Leiter Nijpels Maastricht, Ets George Louis van Berg Wikipedia, Ets Maria Elisabeth Wikipedia.

eine terök