Oonderste Neustadmeule

Meule aon de Meulepoort

(Onderste Neustadmolen/Molen aan de Molenpoort)

 

Oonderste Neustadmeule/Meule aon de Meulepoort

Onderste Nieuwstadmolen/Molen aan de Molenpoort

Evenals de bovenste molen, die als graanmolen werd gebruikt, was de Onderste Neustadmolen in de 16e en 17e eeuw eigendom van het looiersambacht.

De onderste molen werd in 1617 en de bovenste molen in 1646 aan particulieren verkocht. In het begin van de 19e eeuw waren Jan Hubert en Daniël Malherbe moleneigenaren. Op 23 maart 1811 kwam de molen door koop in bezit van Pierre Jean Collard te Luik. Na zijn dood verkochten de erfgenamen op 3l januari 1822 de molen met aanhorigheden aan Gerard Olmans. Bij deling in 1849 werd de molen toegewezen aan een van zijn dochters, Anna Maria genaamd, weduwe van Jan Pieters. Twee jaar later verkocht ze de bezittingen aan Gilles Loneux. De molen was toen reeds buiten bedrijf. Bij de openbare verkoop van de bezittingen van Loneux in 1872 werd Petrus Hubertus Weusten eigenaar. Hij was hoofdconducteur bij gemeentewerken te Maastricht. Acht jaar later werden zijn bezittingen onder de erfgenamen verdeeld.

Onderste Nieuwstadmolen (vaak geschreven als Neustadmolen)

Molendatabase nr.4065 – Techniek: onderslagrad, middellijn

5,40 m, breedte 0,82 m, eigen maal- en lossluis.

Linkergebouw De Onderste Neustadmolen en rechts de Bovenste Neustadmolen.

 

Rechts: Op dit schematisch minuutplan van 1830 zijn drie molens aangegeven,

 t.w. de Leeuwenmolen (625) met twee raderen,

de Hofkensmolen  (621),

de Nieuwstadmolen aan de Molenpoort (619).

Boven twee molens aaneen gebouwd, de hardstenen asdoorvoering verraadt waar de raderen geplaatst waren.

1903

1925

Bron: Molendatabase , Theo Bakker, MestreechOnline, Wikipedia, Foto's MestreechterSteerke,  Delcamp

eine terök