|
'Lomelefebrik' Papierfabriek KNP/SAPPI |
Papier
in Maastricht: Drukker Lekens richt in 1775 de eerste Maastrichtse fabriek "Het Ancker" op: een papierfabriek op waterkracht. 1775 Oprichting Papierfabriek Het Ancker. Het gebouw dat vaak foutief "het pesthuis" genoemd wordt, is de watermolen waar de papierfabriek "Het Ancker" gevestigd was. Het papier dat daar geproduceerd werd, was scheppapier, vellen papier. De door de molen gemalen en met lijm gemengde papierpulp werd in ramen geschept en de aldus verkregen vellen werden over lijnen op de zolder te drogen gehangen. Daarom heeft het dak van het gebouw (nu dichtgemaakte) ventilatiesleuven. In de Franse tijd ging de papierfabriek ter ziele. Foto rechts 60er jaren.
'Lomelefebrik' papierfabriek: |
|
|
|
Koninklijke Nederlandse Papierfabriek/South African Pulp Paper Industry: De Koninklijke Nederlandse Papierfabriek werd opgericht in het jaar 1850 in Maastricht, onder de naam van Lhoëst-Weustenraad en Cie. Leon Joseph Lhoëst is geboren in Luik op 10 september 1836 en overleden op 4 januari te Maastricht in 1893. Hij trouwde op 30 juli 1867 met Maria Hubertina Siebers, geboren op 6 augustus 1829 en ze is overleden op 4 januari 1917. Ze kregen samen twee kinderen waarvan de dochter bij de geboorte is overleden. Het tweede kind de zoon Louis Paul Hubert Joseph Lhoëst. In het jaar 1857 werd de naam van het papierfabriek veranderd in Lhoëst-Lammeus en Cie. Het papierfabriek werd met Luiks kapitaal gefinancierd en gebouwd aan de Maas, op de plaats waar eerst de Commanderij van de Duitse Orde was, een Commanderij, ook wel een Commende of Commenderij genoemd, is een landgoed dat door een Commandeur van een Ridderorde werd bestuurd. De Duitse Orde (latijn: “ Ordodomus Sancta Maria Theutonicorum Hierossolymitanorum” ) is een Ridderorde die in 1189 ontstaan als een gemeenschap van monniken met als doel, de verzorging en verpleging van gewonde kruisvaders. Een Commanderij was ook een bestuurlijke eenheid van een orde van een landgoed met onroerend goederen erop. Het papierfabriek begon te produceren met twee machines van het staalfabriek John Cockerill uit Serain. Een van de belangrijkste grondstoffen voor papier waren 'lommelen'. Al snel kreeg het fabriek de bijnaam ’'t Lomelefebrik’ . Het werk in de papierindustrie was zwaar en niet zonder risico's. Het sorteren van lompen bijvoorbeeld, de belangrijkste grondstof bij de papierfabricage, was een smerig werk en werd vooral door vrouwen gedaan. Aan het eind van de negentiende eeuw werkten alleen al op de lompenzolders meer dan 200 vrouwen en meisjes. De kans op besmettelijke ziekten was hier groot. Ook kolensjouwers waren met tientallen werkzaam op de fabriek. De kolen die nodig waren voor de stoommachines en ovens werden met de hand uit de schepen gehaald om vervolgens in mandjes naar de fabriek te worden gebracht. Het totale productieproces bood vóór 1900 aan meer dan 700 mensen werk. In 1875 werd de firma een naamloze vennootschap en kreeg het fabriek het predikaat ‘ Koninklijk’ . De nieuwe naam werd toen Koninklijke Nederlandse Papierfabriek., afgekort de KNP. De KNP exporteerde oa naar landen zoals: Engeland, Frankrijk, Australië en naar landen in Latijns Amerika. Vanaf het begin van de “ Industriële Revolutie” (1830) heeft Maastricht geprobeerd eronder uit te komen van de beklemming van zijn stadswallen en de daar aan verboden ontsluiting van het aangrenzend achterland. Door de militaristische belangen en de onrustige tijd in België, werd deze beslissing verder naar achteren geschoven. Wie in 1867 dan ook het doek viel voor Maastricht als vestingstad. bestond het papierfabriek alweer 13 jaar. Ingeklemd tussen de stadswallen, bastions, de Maas en de terreinen van de Sphinx had men weinig mogelijkheid om verder uit te breiden. De ontmanteling van de stadswallen was een bevrijding, een die Maastricht op de kaart zette als een van de betere ontwikkelde industriële steden. Ook voor de KNP kwam die ontmanteling op het goede moment zodat men nu verder kon groeien. Het ging dan ook goed met de KNP en de productie nam steeds meer toe en dat duurde wel tot de jaren rond 1900. Na het aannemen van de tweede kamer van de kinderwet van Van Houten (1874) voerde de papierfabriek uit zichzelf de regel in dat er alleen dertienjarige werden aangenomen die bovendien moesten kunnen lezen en schrijven. In de eind jaren van de 20ste eeuw was een economische crisis in Europa en kreeg het fabriek het moeilijk. De productie was gedaald van zes miljoen kilo papier tot twee miljoen kilo. En vanaf 1931 maakte men al geen winst meer. In het jaar 1933 werd een nieuwe directeur benoemd namelijk L.P.M.H. Lhoëst. Hij was een achterkleinzoon van een van de oprichters van het Papierfabriek. Leon Paul Marie Hubert Lhoëst geboren op 28 oktober 1898 op Sint Pieter en was een zoon van Louis Lhoëst (Industrieel) en Laura Regout. Ir. Lhoëst was getrouwd met Marie-Louis Bribosia en zij hadden vijf kinderen. Hij ging de fabriek saneren en in het jaar 1937 werd weer winst gemaakt. In 1936 sluit de KNP als een van de eerste in Nederland een cao af voor de arbeiders. In de tweede Wereldoorlog stopte de groei en na de oorlog in 1945 sloeg men een nieuwe weg in met het produceren van papier. Directeur Lhoëst was op uitnodiging naar Amerika vertrokken en daar maakte men zgn gestreken papier. Dat was papier dat voorzien was met een of meer coatinglagen. De KNP was een van de eerste fabrieken in Europa die dat nieuw papier ging produceren en wat naderhand een groot succes werd. De KNP bouwde toen ook een nieuw papiermachine, de PM5. Later in 1962 en in 1967 volgde nog twee van die machines. In het jaar 1966 was de productie gestegen naar 120 miljoen kilo papier. Eind jaren 1960 werd samen met de Canadese celluloseproducent MacMillan Bloedel (destijds grootaandeelhouder van het bedrijf) deelgenomen in de Celupal papierfabriek in Algeciras (Spanje). Directeur Lhoëst ging in 1968 met pensioen en vier jaar later nam de KNP de papierfabriek Van Gelderland en Tielens N.V. over, zodat de KNP ook vestigingen in Meerssen en Nijmegen kreeg. In 1972 werden de papierfabrieken van Gelderland-Tielens N.V. overgenomen, waardoor KNP ook vestigingen in Meerssen en Nijmegen kreeg. Eind jaren 1970 diversifieerde het concern (dat ondertussen Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken (meervoud) was gaan heten) in producten met een lagere toegevoegde waarde zoals karton en toiletpapier. In 1978 kocht het kartonbedrijf KAPPA (kartonfarbrieken Britannia, De Kroon uit Oude Pekela, Scholten Carlton in Hoogezand, Van Opstal Atlanta uit Tilburg en golfkartonfabriek Van Dam te Helmond). Eind jaren 70 ging de KNP zich meer toeleggen op goederen met een lagere toegevoegde waarde zoals karton en toilet papier. Begin jaren 80 had de KNP het weer moeilijk maar kon zich weer herstellen in de begin jaren 90. In 1993 werd het Oostenrijkse fabriek Leykam Mürztaler gedeeltelijk overgenomen en veranderde de naam KNP-Leykam. KNP-Leykam was in 1996 de grootste producent van houtvrij gestreken papier in Europa. Ze had een marktaandeel van 15 % en bouwde in Oostenrijk het grootste papiermachine van de wereld met een productiecapaciteit van 560 miljoen kilo papier. In 1997 werd het papierfabriek overgenomen door South African Pulp Paper Industry, afgekort’ SAPPI. Vanaf 1998 produceren de oude KNP fabrieken onder de nieuwe naam SAPPI de grootste producent van houtvrij gestreken papier. In 1998 ontstond als resultaat van een management buy-out Kappa Packaging. De rest van het bedrijf veranderde van naam in Buhrmann. In 2003 werd de divisie Paper Merchanting verkocht (voormalig VRG). Buhrmann veranderde in 2007 van naam in Corporate Express en werd in 2008 verkocht aan Staples. |
|
Dhr. Muijters met collega's aan het werk in de KNP 60er jaren |
|
Naor Bove | |
|
|
Nieuw Biesen. Van adellijk klooster naar papierfabriek 1793/1794 beschieting Nieuwe Biesencomplex door Fransen. Al vóór de overgave van de stad blijkt het klooster verlaten. 1795 opheffing Duitse Orde. Inbeslagname Biesenterrein door Franse overheid. Verkoop roerende goederen. 1797 verkoop perceel Biesenboomgaard aan Catharina Dekkers voor 20.000 livres. 1800 rest Biesenterrein (11.255m2) bij opbod verkocht aan notaris J Th van Gulpen (ook namens paardenpostmeester N Bonhomme en tabaksfabrikant P F de Ceuleneer) voor 1750 frank; ieder kocht 1/3 deel. 1801 Van Gulpen verkoopt de helft van zijn perceel aan kapitein G C de Schwartz. De Ceuleneer verkoopt diezelfde dag deel perceel (ruïne residentie landcommandeur, secretarie, rentmeesterskwartier en stallen) aan Jean Bosch en leerlooier Lucas Nijpels. 1812 Nijpels verkoopt het door Matthias Soiron als ommuurde Engelse tuin ingerichte perceel (inclusief een niet nader omschreven bouwwerk) aan cabaretier/herbergier Pieter Dartre. W Visscher is op dat moment eigenaar. 1824 aanleg Bassin, kaden en sluis richting Maas dwars door onteigende percelen Van Gulpen en Bonhomme. 1827 bouw Affuitenloods op voormalige Biesenboomgaard (rijksgrond). 1829 het perceel van Bosch is in handen van zijn zoon, brouwer N A Bosch. 1833 Dartre verkoopt de tuin aan rentenier J L van Meerbeke. De weduwe Bonhomme bezit nog steeds een deel van het perceel Bonhomme met daarop een huis aan de Biesenwal. Het huis ernaast is rijkseigendom. 1840 W Visscher verkoopt perceel aan aannemer Pierre Stevens. 1845 oprichting monument Des Tombe op Biesenbastion. 1850 oprichting papierfabriek Lhoëst, Weustenraedt & Cie. Aankoop perceel van N A Bosch voor 3000 gulden. 1851 aankoop van perceel door Lhoëst, Weustenraedt & Cie van de erven Meerbeke voor 2800 gulden. Bouw eerste papierfabriek. 1858 Stevens verkoopt perceel (inclusief paardenstal en 2 schuren) voor 15000 gulden. 1859 bouw hoogbouw/'lommelefebrik' (oost-westvleugel hoge witte pand). Aankoop stukje rijksgrond nabij sluis. 1861 bouw lompenmagazijn (noord-zuidvleugel witte pand). 1868 aankoop 2ha rijksgrond buiten de in 1867 opgeheven vesting. De expansie van de fabriek gaat daarna in sneltreinvaart door. |
|
Arbeidswoningen, het verhaal 'wonen onder de damp van de papierfabriek in Maastricht' is een verhaal van Jan Ripke en is te lezen via PDF file, klik op één van de bovenstaande foto's of klik hier om het hele verhaal te lezen. | |
Filmpje van Breur Henket van Mestreech online | Bedrijfsfilmpje van SAPPI |
De enige Vastenavondvereniging in het Maastrichtse bedrijfsleven, CV de Casseridders van Lommelefebrik Sappi Mestreech vierde op 1 februari 2013 haar 6 X 11 jarig bestaan. De eerste prins van de werkplaats was Tom Gordijn in 1946. Hij moest het doen met een provisorisch gemaakt prinsenpak en medailles uit de bodem van een verfblik. De vereniging zorgde er ook vele jaren voor dat carnavalswagens konden worden gestald in de opslagplaats van de fabriek. Nog altijd organiseren de Casseridders een Prinsenzitting, een kindermiddag en reikt de vereniging de prijs ‘De Lommelekriemer’ uit. Rechts een filmpje over het 6 X 11 jarig jubileum van de CV de Casséridders. klik op de foto of op deze link.
|
|
Bron: website MaastrichtOnline, Mestreechtenere, Wikipedia Knp, Wikipedia Sappi, L11alaaf.nl, |