Wist Geer dat ?

(Pissen op het graf van Dibbets)

WIST JE DAT....

..... Maastrichtse jongetjes in het begin 1900 van hun vaders soms de opdracht kregen om op het graf van Dibbets te plassen ! De anti-Dibbetssentimenten tieren nog welig rond 1900. De vestingcommandant, die Maastricht tijdens de Belgische opstand (1830-1839) voor het Koninkrijk der Nederlanden wist te behouden, is voor menig Maastrichtenaar begin twintigste eeuw nog altijd het zwarte schaap.

Bernard Cornelis Johannes Dibbets (1782-1839) wordt op 19 september 1830, een paar weken na het uitbreken van anti-Nederlandse rellen in Brussel, vestingcommandant te Maastricht. In de stad ijvert een overgroot deel van de burgerij voor aansluiting bij het nieuwe bewind in Brussel. Een halfhartige poging om de stad aan Belgische kant te krijgen mislukt. Enige kooplieden en de opkomende industriëlen kiezen voor het bewind van koning Willem I. Dibbets kondigt voor alle zekerheid begin oktober 1830 de staat van beleg in Maastricht af.  De veiligheidsmaatregelen worden verscherpt. Militaire gebouwen en terreinen worden verboden terrein voor burgers. Als gevolg van de belegstaat, die tot 1839 van kracht blijft, loopt de economie achteruit.

Dibbets verbied het vieren van carnaval en alle feesten waar veel volk op afkomt. De grote mogendheden beslissen in najaar 1830 in Londen dat Maastricht Nederlands blijft. Dibbets moet aanvankelijk voorzichtig laveren omdat een deel van het garnizoen uit zuiderlingen bestaat. Als die in de winter van 1830-1831 zijn vervangen door  betrouwbare soldaten uit Breda staat vast dat Maastricht Nederlands blijft. Dibbets wordt naderhand door chauvinistische Maastrichtenaren ten onrechte afgeschilderd als bruut die de stad met harde hand bij Nederland hield.

Dibbets overlijd in 1839, nog voor het eind van de opstand. Zijn stoffelijk overschot wordt op 19 mei van dat jaar van de algemene begraafplaats overgebracht naar bastion C van de vesting. Koning Willem I beveelt deze naam te veranderen in Bastion Dibbets. Dat gebeurt pas in 2006. Op zijn graf komt een cenotaaf, een soort monument. Dat wordt enige keren verplaatst zonder daarbij het gebeente mee te verhuizen. Als het monument in 1927 wordt verplaatst naar de Tapijnkazerne is de kist met het stoffelijk overschot van de generaal onvindbaar.

Het huis op de Markt met het huisnummer 14 heeft hier van deel uitgemaakt in 1830, toen de stad onder het bewind van generaal Dibbets een Nederlandse enclave werd temidden van de door de Belgische ‘opstandelingen’ in bezit genomen omstreken. ‘Een aanzienlijk getal onzer voorouders zou liever onderdaan zijn geworden van de nieuwe staat België’. Er was een beweging op touw gezet om het Hollands garnizoen te verdrijven. Op diverse plaatsen in de stad waren wapenvoorraden aangelegd en 3000 Zuidnederlandsche (Belgische) soldaten stonden gereed om de vesting binnen te vallen. Er is niets van terecht gekomen.

Bij de postmeester Bonhomme was het bericht binnengekomen dat de kroonprins, de latere koning Willem II, zich solidair had verklaard met de Zuidnederlandsche opstandelingen en in Antwerpen een proclamatie in die zin had uitgegeven. Dat was voor de Maastrichtse postmeester aanleiding, om in zijn huis aan de Markt een fuif te organiseren. Daar was ook aanwezig generaal Daine, die aan het hoofd stond van de opstand, en die het sein moest geven voor het uitbreken daarvan. Het feest schijnt, zachtjes uitgedrukt, uit de hand gelopen te zijn, en het aanvalssein bleef achterwege. Had de generaal toen nog geen stuk in zijn kraag gekregen, dan was Maastricht en een groot gedeelte van de appendix Limburg nu misschien Belgisch geweest.

Het hele verhaal mbt Dibbets vindt u hier op ’t Mestreechtersteerke. 

Nao Bove

Bron: boek 20 eeuwen Maastricht, caspar Cillekens & Wim Dijkman blz 87, Maastrichtse Monumententaal van Fons van Hees blz.37 t/m 41. Foto Dibbets Wikipedia, foto cenotaaf/Tapijnkazerne John Kerkhofs

Aonvaank