Zouaven

(Soldaten van de Paus)

Als iemand aan mij vraagt, zou jij vechten voor je geloof. Ik zou er niet zo snel een antwoord op weten. Vaak denk ik hoe kun je als weldenkend mens iemand anders iets aandoen voor het geloof. Ik dacht dat dit alleen ver van ons af zou gebeuren, maar de geschiedenis leert ons dat Maastrichtenaren na een oproep van de paus  gingen vechten voor het geloof. Ze werden Zouaven genoemd. Wat overblijft zij de herinneringen aan dezen ‘helden’ die vanwege geloofsovertuiging gevochten hebben ver van huis in een vreemd land. Je kunt wel afleiden uit de overlijdensberichten ze stuk voor stuk trots waren op hun bijdrage. Deze mensen namen de stateloosheid  voor lief.  

ZOUAVEN:

Wat zijn Zouaven? Zouaaf betekent onder andere: pauselijke soldaten.

In 1860 werd Rome ingenomen door Italiaanse troepen, hiermee kwam een einde aan de Kerkelijke Staat. De laatste verdedigers van de stad waren de zogenaamde Pauselijke Zouaven.

De Zouaven (Frans: zouaves) waren een lichte infanterie eenheid van het Franse Leger en actief tussen 1830 en 1962 en verbonden met Frans Noord-Afrika.

Vanaf 1860 werden er in verschillende landen nieuwe gelijkaardige eenheden opgericht die zichzelf "zoeaven" noemden. Zo waren er onder anderen de Pauselijke Zoeaven die de Kerkelijke Staat gingen beschermen.

Deze Zouaven waren katholieke vrijwilligers uit alle windstreken. Onder hen waren relatief veel Limburgers. Over deze Limburgse Zouaven is redelijk veel bewaard gebleven in de archieven van het Historisch Centrum Limburg. Uit heel Europa gaan tussen 1860 en 1870 katholieke jongeren als vrijwilliger naar Rome om te vechten voor de paus. Rondreizende priesters brachten in Nederland de pauselijke oproep rond. Die werving liep over vier bureaus, gevestigd in Amsterdam, Oudenbosch, Tilburg en Maastricht. Het enthousiasme in katholieke kring was hier in tegenstelling tot andere landen nog groot. Uiteraard komen ook veel zoeaven uit Limburg. In Maastricht bestiert drukker Karel Hollman een wervingsbureau. Hij regelt de reizen van Limburgse jongens naar Rome.

Foto hierboven Europeana 'Een groep zouaven - 1900 - Regionaal Archief Nijmegen, Netherlands - Public Domain'.

In de jaren 1860-1870 zouden ongeveer 250-300 Limburgse jongens en mannen zich als vrijwilliger hebben aangemeld voor het pauselijke zouavenregiment. Het exacte aantal is onbekend zijn, er is geen 'Limburgse' administratie bewaard gebleven.

Om Zouaaf te kunnen worden moest men uiteraard in de eerste plaats katholiek zijn en een verklaring van goed gedrag van de plaatselijke pastoor kunnen overleggen. Een Zouaaf mocht niet getrouwd zijn. Ordinaire avonturiers en huurlingen werden afgewezen. De Zouaaf werd gedreven door zijn geloof en door de overtuiging voor een rechtvaardige zaak te vechten. Hun strijdkreet was: "De zaak des pausen is de zaak van God!".
Toch was er voor hen nóg een belangrijke reden om dienst te nemen: Men hoopte dat indien men met roem overladen thuiskwam zijn maatschappelijke en sociale positie aanmerkelijk zou verbeteren. In de praktijk bleek echter dat bij hun terugkeer hun sociale en maatschappelijke positie nauwelijks verbeterde.

Opvallend is echter dat de Limburgers voor een groot deel uit een ander milieu kwamen dan de Nederlanders in het algemeen. Het merendeel van de niet-Limburgers was afkomstig van het platteland, vaak ongeletterde boerenjongens, loonarbeiders, vissers etc., afkomstig uit de katholieke enclaves in Noord-Nederland, tot in West-Friesland (Lutjebroek!), Friesland en Groningen toe.

De sociale en maatschappelijke achtergrond van de Limburgers lijkt een andere te zijn geweest. Het waren vaak jongelui die een ambacht uitoefenden, of behoorden tot wat men 'de betere kringen' noemde. De winkelbediende en de behangseldrukker uit Maastricht, de bakkersgezel uit Sittard die zijn vaders zaak zou voortzetten, de man die later een drukkerij en boekhandel zou drijven in Roermond, de schoenmaker en de notarisklerk die uit Venray en Horst vertrokken.

Maar ook Alphons Houben, de zoon van een huisarts in Thorn, die op de laatste dag tijdens de slag om Rome (20 september 1870) zou sneuvelen; de zoon van uitgever Karel (Charles) Hollman in Maastricht; Huub Beckers, wiens vader koopman was, en voorzitter van de Maastrichtse Gemeente Spaarbank, en gemeenteraadslid, en kerkmeester van de St.-Martinusparochie (onder andere!), om er maar een paar uit de gegoede kringen te noemen. George baron de Rosen Borgharen was de enige Limburger van adel. Foto rechts Paus Pius IX via Wikipedia By Adolphe Braun 1875.

In het Nederlands taalgebied is het regiment Zuavi Pontifici ("Zoeaven van de Paus") het bekendst. Dit bestond uit katholieke vrijwilligers die onder de regering van paus Pius IX de Kerkelijke Staat verdedigden tegen de aanvallen van Victor Emanuel II, koning van Italië, en diens bondgenoot Giuseppe Garibaldi, een antiklerikaal liberaal-nationalist. Deze paus had een oproep aan de gehele katholieke wereld gedaan om jonge, ongehuwde mannen te zenden om hem bij te staan teneinde de dreigende verwoesting van Rome te voorkomen. De snit van hun uniformen was bijna gelijk aan die van de Franse zoeaven, zij het dat tuniekjasje en broek waren uitgevoerd in grijs met rode biezen. Als hoofddeksel droegen de pauselijke troepen een kepie - een fez werd gezien als te islamitisch voor de katholieke strijders. In totaal kende het regiment 11.000 man, het merendeel bestond uit Nederlanders en wel 3181. De inzet van de Amsterdamse pater Cornelis de Kruyf (1813-1874) bij het werven van Nederlandse zoeaven en het voorbereiden op hun reis is hierbij vermeldenswaardig.

Van 1861 tot 1866 probeerden de zoeaven Garibaldi's troepen te verjagen of binnenlandse onlusten te onderdrukken. De Franse legers en de zoeaven versloegen Garibaldi op 5 november 1867 te Mentana, wat de situatie zou doen stabiliseren tot in 1870. Op 20 september 1870 had de Inname van Rome plaats. Ondanks heldhaftige tegenstand van de Zouaven kon de val van Rome niet meer vermeden worden. In 1870 werd de Porta Pia gebombardeerd. De paus begreep dat 5000 Zouaven het niet konden opnemen tegen 60.000 tegenstanders. Om verder bloedvergieten capituleerde hij. Op 21 september 1870 werd het Pauselijk leger ontbonden en de Zouaven werden krijgsgevangen gemaakt. Binnen een week werden zij op de trein naar huis gezet. In oktober 1870 keerden de Zouaven in hun woonplaatsen terug en werden als helden ingehaald.

Laatste zegening van Paus Pius IX aan troepen Sint Pieterplein in Rome bron Wikipedia. Zegening van de Pauselijke troepen in 1870 bron Wikipedia

Op 5 oktober 1870 loopt half Maastricht uit. Op het station arriveert een grote groep vrijwilligers die gevochten had voor de paus. Maar liefst 1200 'zoeaven' kregen een enthousiaste ontvangst. Volgens het dagblad De Tijd was "de ganse stad uitgelopen om met vlaggen en gejuich de zoeaven te begroeten". Foto links via Beeldbank RHCL. Foto laat Frans van Hooren. Een Maastrichtse "Zouaaf"; vrijwilliger in het pauselijk leger in de jaren 1867-1870 zien.

Broeder Christofoor schrijft hierover: ‘Ze waren weer in het goede vaderland. Dat was aanstonds te zien. Heel de stad vlagde en de Maastrichtenaren vochten er om, wie een of meer Pauselijke Zouaven in zijn huis zou mogen ontvangen.’143 Een dag later zouden de jongemannen naar hun eigen parochie gaan, waar zij door de trotse katholieke gemeente hartelijk begroet werden met vlaggen, erepoorten en muziek.144 Het beeld dat hier geschetst wordt van een juichende menigte die klaarstond om de zouaven te verwelkomen, berust grotendeels op waarheid voor de zuidelijke provincies van Nederland.

Holman drukker-uitgever besefte dat de Nederlandse die als vrijwilligers in dienst van paus traden, hun Nederlanderschap verloren, in feite betekende dat men in vreemde krijgsdienst trad, iets dat voor volwassenen bij wet was verboden. Dat betekende dat men bij terugkeer in het vaderland stateloos zou zijn en van alle burgerrechten zou zijn beroofd.. Bij hun terugkeer konden zij echter binnen ca. drie maanden hun staatsburgerschap terugkrijgen. Het duurde dan een maand of drie voor koning Willem III, welwillend als hij was ten opzichte van deze naďeve idealisten, hun verzoek inwilligde. Maar na terugkeer konden in veel plaatsen de stateloze oud-zouaven geen baan meer krijgen bij de gemeente, of bij een andere overheidsinstelling. Ongeacht de maatschappelijke positie van zijn aspiranten zorgde Hollman ervoor dat ieder die zich bij hem aanmeldde, de koning officieel toestemming vroeg voordat hij in vreemde krijgsdienst trad. In bijna alle gevallen werd dit toegestaan, mits was voldaan aan enkele voorwaarden:
* men moest hebben voldaan aan de Nederlandse dienstplicht, hetzij zelf, hetzij via een nummerverwisselaar, of zijn uitgeloot;
* een enkeling werd afgewezen omdat hij nog niet bij de Nationale Militie was geweest, of omdat 'zijn maatschappelijke positie minder gunstig (was) en hij waarschijnlijk niet bij machte (was) zich te doen vervangen'.

In totaal zijn in Den Haag slechts 118 aanvragen bekend voor koninklijke toestemming,

Hubert Dolmans uit Itteren (gem. Meerssen) was een uitzondering toen hij als 'vreemdeling' in zijn gemeente werd aangesteld als koeherder, doodgraver en lantaarnopsteker. Hij kon er financieel net mee blijven drijven. Ook koningin Emma heeft zich nog met deze verzoeken bezig gehouden. In 1947 kregen allen postuum het Nederlanderschap terug. De laatste zouaaf, Petrus Verbeek, overleed op 30 september 1946, 95 jaar oud

de Limburgse zouaven een tiental onderofficieren leverden aan het zouavenregiment.
Karel Lodewijk Hollman (1813-1882), drukker/uitgever
Charles Louis Hubert Hollman (ook Karel Lodewijk Hubert), geboren Maastricht 5 september 1813, overleden Maastricht 23 juli 1882, koop
man, commandeur in dVaticaanse orde van den Heiligen Gregorius.
Hij was vader van tien kinderen, waaronder de wereldberoemde cellist Joseph Hollman. Karel Hollman wordt vermeld vanwege zijn inspanningen voor de burgerrechten van 'zijn' jongens. Hollman was volgens een krantenbericht uit 1871 drukker en uitgever van de Courrier de la Meuse. Deze was gevestigd aan de oostzijde van het Vrijthof, rechts naast het latere pand van de Momus.

Gezegde

In West-Vlaanderen (België) wordt soms gezegd 'Ge loopt er weer bij als 'ne zoeaaf'. Dit verwijst wellicht naar de losse kledij van de zoeaven. Het kan echter ook betekenen: niet al te snugger zijn en verwijzen naar het  ‘domme' ultramontane fanatisme waarmee deze strijders te werk gingen, want ook in het Frans (faire le Zouave) is de betekenis 'zich aanstellen; voor slimmer willen doorgaan dan men is'.

Foto rechts via Beeldbank RHCL; Maastricht. Keizer Karelplein. Kerkelijke bezoeken. Bezoek van Kardinaal Van Rossum (onder de baldakijn) de eerste kardinaal van Nederland sinds de reformatie. Achter de kardinaal 3 oud zouaven.

 
 Artikel over Zouaaf in Italië door Frank Beijaard  Link.

Artikel over de laatste dagen van de Pauselijke staat in 1870 via Delpher te bekijken

Tijd Godsdienstig en Staatskundig dagblad.

Link Blz. 1 Link Blz 2.

Artikel over de Pauselijke Zouaven door Pastoor Ign. M.P.A.Wils via Delpher.

De Tijd Godsdienstig en Staatskundig dagblad.

Link.

Artikel over de Pauselijke Zouaven 3 blz. via Delpher.

Geďllustreerd zondagsblad voor Katholieken

Link.

Universiteit van Amsterdam Scriptie van dhr. Niels Noordstar getiteld

'Held of Vreemdeling'

De terugkeer van de pauselijke zouaven onderzocht vanuit de Nederlandse Staat en de Nederlandse katholieke gemeenschap, hier te lezen.

Link.

ADVERTENTIES:

De mensen die in dienst van de Paus hebben gestreden waren ontzettend trots hierop, getuigen ook de artikelen die geplaatst werden in de kranten bij het overlijden van een van hen :

De Limburger van 04-07-1930: Maastricht, Begrafenis Oud Zouaaf. Donderdagmorgen werd alhier om 10 uur in de parochiale kerk van den H.Martinus een plechtige lijkdienst gehouden, welke veel belangstelling heeft getrokken. Het gold hier den oud zouaaf en Mentanastrijder Adriaan de Graaf, die na een kortstondige ongesteldheid in den ouderdom van 84 jaar het tijdelijke voor het eeuwige had verwisseld. Nog verleden jaar was de oud-strijder, die zich nadien nog zoo gaarne verdienstelijk maakte voor socialen arbeid en die - eenige jaren geleden -  zijn 40 jarige jubilé mocht vieren als opzichter aan de Céramique, gehuldigd op de Paasavonden hier ter stede en te Sittard. Verschillende afstammelingen van Oud Zouaven, o.w. ook de Z.E.Pater MUller S.J. alhier woonden den solemneelen Zieledienst bij, die werd opgedragen door den weleerw. heer kapelaan Boonen. Aan het graf voerde het woord de oud zouavenzoon, dhr. J.Ritzen uit Sittard, die den ontslapene herdacht als den strijder voor een ideaal, als den katholiek van de daad zie zijn leven veil heeft gehad voor de zaak der Kerk en Des Pausen. De heer Balmaekers, schoonzoon van den overledene, sprak het dankwoord. Als bewijs met welke nobelen geest dhr. de Graaf bezield was moge gelden, dat hij als jongeling 150 gulden had gespaard om zich vrij te kunnen koopen van militaire dienst en zich zoodoende te kunnen doen registreeren als lid van het Pauselijk élite korps. Het was bewonderenswaardig met welk heroďsch geduld de grijsaard de zeer pijnlijke ziekte doorstond, die in 6 weken tijds zijn bijzonder sterk gestel sloopte. Zes kinderen en een veertigtal kleinkinderen treuren thans om het verlies van hun vader en grootvader. Vriend de Graaf, rust in vrede!

De Limburger 26-02-1931: Pauselijke Zouaaf overleden. Na een langen, doch zeer klamen doodstrijd overleed Dinsdagmorgen omstreeks half tien in het hospitaal Calvariënberg te Maastricht Jozef Thimister, de laatste der Maastrichtse Pauselijke Zouaven. Toen Jong Limburg enkele jaren terug het initiatief nam tot de grootsche Paus hulde was men er algemeen van overtuigd, dat toen  nog wlechts 2 Maastrichtsche Pauselijke Zouaven leefden en deze beiden, van Berlo en de Graaf namen in de overvolle Dominicanerkerk deel aan deze aan deze algemeen Paus Hulde. Beiden zijn sindsdien kort na elkander overleden. Bescheidenheid was steeds de levensdeugd van Jozef Thimister. Als Maastrichtenaargaf hij op nauwelijks twintigjarigen leeftijd gehoor aan den oproep van den Paus. Toen hij bij de Pauselke troepen aankwam, was de groote slag van Malawa echter reeds geleverd en het heeft hem met spijt vervuld, dat hij nog slechts de laatste gevechten voor het behoud van den Kerkelijke Staat mocht meevoeren. Hij deed wat als goed soldaat van hem geeischt werd: zijn plicht. In zijn vaderstad teruggekomen heeft hij met gepaste bescheidenheid zich steeds op den achtergrond gehouden en slechts in beperkten kring heeft het verhaal van zijn mond geklonken hoe Rome genomen werd. 9 Februari j.l. herdacht de oud-Zouaaf zijn 60 jarige huwelijksfeest. 3 Mei a.s. zou hij den 82 jarigen leeftijd bereikt hebben. Zijn echtgenoote is van denzelfden leeftijd. De laatste levensjaren heeft deze Wykenaar na een arbeidszaam leven, in kalme rust mogen doorbrengen in het Godshuis en heeft inde stille gangen van dit gebouw van den ouden van dagen z'n nog krachtige stem met jeugdig vuur vaak het Zouavenlied gezongen. Met deze oud strijder mogen we overtuigd zijn, dat het consigne "Oud-Zouaaf" hem het loon rijkelijk zal geven, hetwelk hij er met z'n eerlijke Maastrichtsche hart er van verwachtte.

 

Hierboven enkele artikelen over de Zouaaf, gevonden in Delpher Krantenarchief.

 

 

Bron: Artikel L1. Website Wikipedia, Historiek, Wikipedia II, MestreechOnline Mevr. Ingrid M.H. Evers, Delpher Krantenarchief. Foto 4 zouaven via Europeana, foto Paus Pius IX via Wikipedia, foto laatste zegening sint Pieterplein Wikipedia, foto zegening Pauselijke troepen 1870 Wikipedia, foto zouaaf Frans van Hooren via Beeldbank RHCL., foto Kardinaal van Rossum met drie oud zouaven Beeldbank RHCL.

Naor Bove

eine terök