Sjarel met z'n Trompöt

(Charles met zijn trompet)

Iedere stad heeft ze de markante stadsfiguren die bij een grote stad horen, één van Maastrichts markantste stadsfiguren was wel Sjarel met z'n Trompöt, Sjarel oftewel voor de burgerlijke stand Charles Leonardus Fransen werd 53 jaar. Één dag voor kerstmis maakte een herseninfarct een einde aan het veelbewogen leven van Sjarel, één van de laatste kleurrijke stadsfiguren van Maastricht.

Sjarel, de 'schrik' van Maastricht. Een kwalificatie die hij te danken had aan de trompet waaruit hij jarenlang als een engel der wrake op de meeste onverwachte momenten en plaatsen bloedstollende tonen perste. En was het niet met zijn trompet, dan joeg hij voorbijgangers wel de schrik op het lijf met een enorme stemvolume waarmee hij de samenleving in het voorbijgaan van ongezouten commentaar voorzag. Ondertussen slurpde hij aan zijn blikje bier, zijn chronische dorst was niet te stillen. Hoe de samenleving daarover dacht, interesseerde hem, zei hij ooit, 'gein kloete'. Daar was hij heel duidelijk in. Sjarel was Sjarel en daar moest iedereen het maar mee doen. Zijn performances zijn orakelende kreten, zijn scheurende trompet, zijn voortdurende verkleedpartijen. Ze gaven hem een gevoel van vrijheid, zei hij jaren geleden. Hij noemde zichzelf 'een geboren artiest', werkte in het circus, hielp kermisattracties opzetten, was metselaar, vrachtwagenchauffeur (zonder rijbewijs) en wat al niet meer. Maar nooit voor lang. Zijn vrijheidsdrang was net als zijn dorst te groot.

Uit het niets lanceerde de veelal beschonken Sjarel een schreeuw of blies hard (en vals) op zijn instrument, nadat hij een nietsvermoedend persoon tot op (minder dan) een meter genaderd was. Een heftig geschrokken mevrouw of meneer en grote hilariteit bij de omstanders was het logische gevolg. Onvergetelijk is het moment waarop hij in de Ridderronde, terwijl de wedstrijd al begonnen was, tegen de richting in koers zette op zijn knaloranje fietsje, onder luid applaus van het publiek.

Maar achter die luidruchtige façade ging, zeggen de zwervers en verslaafden met wie hij een groot deel van zijn leven verkeerde, ook een ander Sjarel schuil. Iemand die nooit te beroerd was om om lotgenoten uit de puree te helpen die nóg minder te makken hadden dan hij. Het bericht van Sjarels dood maakte in het slaaphuis van het Leger Des Heils onverwacht veel emoties los. Zijn lotgenoten hebben met kwartjes en dubbeltjes een bedragje bij elkaar gebracht om een bloementje te kopen voor zijn graf. Een anoniem graf op de begraafplaats aan de Tongerseweg. Sjarel heeft zijn laatste rustplaats gevonden, eindelijk vrij.

Enkele anekdotes van facebookgangers:

Sjarel markant figuur

Ik stond met mijn auto op de markt en wilde net wegrijden. Sprong hij opeens voor mijn auto, ik remmen. Schreeuwt hij 'Lét op die kippe!!'. Die kippe daar bedoelde hij een koppel duiven die tussen de stenen aan het pikken waren, hij heeft ze voorzichtig weggewuifd zodat ik weg kon rijden. Ik vergeet het nooit, geweldige mens.

Hij bracht mij altijd de krant om te lezen toen ik als portier werkte bij de KPN Achter de Oude Minderbroeders, later kwam hij ze dan weer ophalen, recyclen deed hij toen al. Niets mis mee met onze Sjarel. Hij gooide wel eens het raampje van zijn woning in omdat hij weer eens zijn sleutel vergeten of kwijt was, je kwam zo nu en dan wel eens langs zijn huisje en zag een stukje karton voor het raam.

Hij kwam vroeger met regelmaat een brief afgeven bij het maatschappelijk werk en dan zij heer: "ik heb een brief voor de koningin, kunnen jullie die bezorgen!?" en dat deden ze dan ook bij 't maatschappelijk werk, maar niet echt natuurlijk...Sjarel was toen altijd met Gabriella zijn vriendin.

Sjarel en Gaby woonde later in een tentje en vervoerde zich met een fiets,  ze zijn destijds nog op brute en grove manier beroofd van hun '' bezittingen '' ...

Sjarel en zijn levenspartner Gabriëlle "toen ze in het stadspark in een tentje dat ze elke keer ergens anders moesten zetten, en later langs de Maas bij die dure flat, ze kregen geen woning meer toegewezen. De overlast was te groot. Hij zei wel eens 'Wetste boerum 't zoe hél weit, de Ingele höbbe weer vergete de poorte te slete' (Weet je waarom het zo hard waait, de engelen hebben weer vergeten om de poort te sluiten).

Hij riep altijd 'Lékker Wiever'  (Lekker wijven) of  't regent pappegeije' (het regent papegaaien) of ook wel 'bruudsje k.u.t.' (broodje ...). Je zag hem niet altijd, maar je kom hem wel van verre horen.

Als hij opeens op zijn trompet blaasde in het oor van een nietsvermoedende toerist, gaf hij daarna een knipoog. Dat hij midden in de nacht de stad wakker hield met zijn trompet was natuurlijk niet zo mooi. hij is meen ik beroepsmilitair geweest, hij stond op een foto met Prins Bernard.

De ober die moest bedienen bij cafe 'De lanteern' kwam met een vol dienblad met glazen bier aan, tettert Sjarel in zijn oor met zijn trompet, dienblad vloog door de lucht, de glazen op de grond, de ober heeft hem achterna gezeten tot de Koestraat, het hele terras lag natuurlijk plat van het lachen, hij kon best nog hard rennen.

Zijn vrouw en hem  waren oude kennissen van mijn ouders en waren in hun goede tijden sociale en gezellige mensen, helaas door omstandigheden en beleid zijn ze zo geëindigd.

Ik heb een tijdje boven hem gewoond Achter de Oude Minnebroeders, kan mij nog herinneren tot hij zijn arm had gebroken toen hij door de strijkplank was gezakt waar hij op stond om een lamp te vervangen. Zijn vrouw schreef altijd brieven aan de Paus. Ze vertelde dat ze 10 talen sprak.

Regelmatig ging hij bij de mensen  van de Gemeente die de markt opstelde langs en vroeg om een fles chloor, deze gebruikte hij dan in het slaaphuis van het Leger des Heils want dat waren toch zo'n viezeriken zei hij.

Sjarel (artikel op internet van 'De Eetclub'

Het was januari en we hadden een zeer geslaagde avond in Maastricht, in welk jaar dat was en waar we gedineerd hebben weet ik niet meer. Wel ontzettend gelachen en flink wat gedronken, dat weet ik nog heel goed. Don had een paar maanden eerder zijn enkel gebroken en liep op krukken. In die tijd leefde Sjarel, een zwerver met een heel typisch laag en schor stemgeluid, in Maastricht. Hij had altijd een trompet bij zich waarmee hij van tijd tot tijd wat onsamenhangende muzikale klanken de wereld in stuurde. We komen hem tegen op de hoek van De Vrijthof en De Grote Staat, hij stopt, kijkt Don aan met zijn grote vochtige ogen en vraagt "En jong, bis diech al nou Lourdes gewees?" waarop Don antwoord "Jao, dao hub iech die krukke gekrege." We hebben naar adem gehapt van het lachen, zoiets vergeet je nooit meer. Sjarel is enkele jaren daarna helaas gestorven aan een hersenbloeding.

Naor Bove

Sjarel met zijn begeleidster Gabriella Niet langer anoniem dankzij Wethouder Willems en de medewerkers van de Begraafplaats op de Tongerseweg.
Naor Bove

Bron: Artikel van Guus Urlings, eetclub en facebook, Foto: John Lambrichs, bijgewerkt 19-01-2021 Gilbert Peeters van Aldecaerte-Maastricht

eine terök