Henric van Veldeke

(Henric van Veldeke)

 

Henric van Veldeke:

Hendrik van Veldeke, alhoewel geen Maastrichtenaar van geboorte was hij zeker wel van grote invloed voor Maastricht. De auteur van onder andere het Leven van Sint-Servaas kreeg in 1934 een bronzen beeld naar ontwerp van Charles Vos. Op het Nederlandse Taal en Letterkundig Congres in 1876 werd voor de eerste keer de wens uitgesproken om een standbeeld op te richten van Henric van Veldeke. In oktober 1910 werd op datzelfde congres deze wens nog eens uitdrukkelijk herhaald en in september 1911 werd door de toenmalige Burgemeester Mr. L.J.B. van Oppen en de Wethouders een commissie samengesteld, dit commissie was belast met de voorbereiding tot oprichting van een monument.

 

Door allerlei omstandigheden heeft het tot 10 september 1934 geduurd voor dit standbeeld, op de 800ste verjaardag van de dichter, door de toenmalige minister Marchant onthuld kon worden.

 

De dichter, uitgebeeld in brons en in zittende houding, het aangezicht gericht op het beroemde bergportaal van de St. Servaaskerk, is ongeveer 100 cm hoog, geplaatst op een sokkel van hardsteen van ca 200 cm hoog en 100 x 70 cm breed, waarin de beeldhouwer de volgende regels beitelde:

 

 

 

 

Voorzijde:

dat is
van VELDEKEN
henric

 

Rechterzijde een tekst ontleend aan de Minneliederen:

DE BLITSCHAP SUNDER ROUWE HET

BIT EREN HE ES RIKE

DAT HERTE DA DI ROUWE IN STET

DAT LEVET JAMMERLIKE

 

Drs. Jef Notermans, Veldekekenner, vertaalde in hedendaags Nederlands bovengenoemde vers:

HEM NOEM IK RIJK,

DIE EEN WOLKENLOZE, EERVOLLE VREUGDE GENIET,

DIEGENE DIE SMARTELIJK LIJDT

IS EEN BETREURENSWAARDIG WEZEN.

 

Linkerzijde een tekst uit de St. Servaaslegende :

hij hadde sinte servaes verkoren
te patrone ende te eren

 

Achterzijde:

10 september 1934

 

Een steen met plaquette in het gras meldt:

henric van veldeke
12e eeuw
met zijn gedichten begint
de nederlandse literatuur
beeldhouwer
charles vos
plaquette: veldeke krink mestreech

Naor Bove

Filmpjes op YouTube over Henric van Veldeke(plein), klikken op de foto

 Filmpjes op YouTube over Henric van Veldeke(plein), klikken op de foto's

Bij raadsbesluit werd het monument door de Gemeente in eigendom aanvaard. Het plein van het St. Servaasklooster, waar het monument is geplaatst werd voorheen Vredesplein genoemd, na het plaatsen heeft het plein de naam gekregen “Henric van Veldekeplein”.

Hendrik van Veldeke (ook: He(y)nric van Veldeke(n), Duits Heinrich von Veldeke, Veldeke voor of omstreeks 1150 – na 1184) was de eerste volkstalige schrijver van de Lage Landen die we bij naam kennen. Zijn verhalen worden gezien als de basis voor de Nederlandse, Limburgse en Duitse literatuur. Zijn werk wordt door Duitse literatuurhistorici ook tot de Middelhoogduitse letterkunde gerekend, omdat veel van zijn werk in het Middelhoogduits werd geschreven of alleen in een Middelhoogduitse versie werd overgeleverd. Een groot deel van zijn loopbaan verbleef de dichter aan Duitse hoven. Onder zijn latere collega’s verwierf hij de erenaam van “De grootvader der Nederlandse dichteren altegader”.

 

Veldeke werd geboren te Veldeke, een gehucht op het grondgebied van de Belgisch-Limburgse stad Hasselt. Zijn geboorte noch zijn sterfjaar zijn met zekerheid bekend. Hij moet voor of omstreeks 1150 geboren zijn, aangezien hij literair actief was vanaf de vroege jaren zeventig van de 12e eeuw. Niets toont aan dat Veldeke in 1128 geboren zou zijn, zoals vaak wordt beweerd. In ieder geval moet hij na 1184 gestorven zijn. In zijn Eneas vermeldt hij namelijk dat hij aanwezig was op de hofdag die keizer Frederik Barbarossa organiseerde te Mainz met Pinksteren van dat jaar. Hij moet overleden zijn voordat Wolfram von Eschenbach zijn Parzival schreef, die hij tussen 1205 en 1210 voltooide. Wolfram zegt daarin namelijk dat Veldeke te vroeg gestorven is. Vermoedelijk behoorde Veldeke tot een geslacht van ministerialen, dit zijn onvrije lagere edelen. Het bestaan van dit geslacht wordt in oorkonden van de 13e eeuw vermeld. Uit het feit dat hij in zijn werken Latijnse bronnen heeft gebruikt, blijkt dat hij een goede opleiding heeft genoten.

 

Veldeke schreef het Leven van Sint-Servaas, waarschijnlijk zijn eerste werk, in opdracht van heer Hessel, de koster van het Maastrichtse Servaaskapittel, en van Agnes van Metz, de gravin van Loon. Daarin hanteerde hij het Limburgs van zijn tijd.

 

Veldekes omvangrijkste werk is de Eneasroman, en  zijn er op het gebied van de lyriek ook een dertigtal minneliederen bewaard gebleven.

Hoe Veldeke in zijn latere werk een mengeling schiep van Middel-Limburgse en Middelhoogduitse taalvormen, wordt geďllustreerd met het volgende Minnelied: 

 

Ez sint guotiu niuwe maere,

daz die vogel offenbaere

singent, dâ man bluomen siht.

zén zîten in dem jâre

stüende wol, daz man vrô waere,

leider des enbin ich niht:

Mîn tumbez herze mich verriet,

daz muoz unsanfte unde swaere

tragen daz leit, das mir beschiht.

 

'Het is goed nieuws,

dat de vogels luidkeels

zingen waar men bloemen ziet.

In deze tijd van het jaar

zou men blij moeten zijn,

maar helaas, dat ben ik niet:

mijn dwaze hart heeft mij verraden,

en moet nu, treurig en somber,

het leed verdragen dat mij ten deel valt.'

 Zowel in Maastricht als in Hasselt staat een standbeeld van de dichter. Ook zijn er in diverse plaatsen straten, pleinen, scholen en verenigingen naar hem vernoemd. De provinciale vereniging die zich bezighoudt met Limburgse volkscultuur en het Limburgs is naar hem vernoemd. Hij eindigde in 2005 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg op nr. 476, buiten de officiële nominatielijst. In 2007 werd in de stad Hasselt een tentoonstelling ingericht over Veldeke en zijn tijd. Ook publiceerde romancier Paul Weelen een roman over het leven van Hendrik van Veldeke: De droom van de minnezanger. De zogenaamde LiLiLi-daag in Roermond in november 2007 stond geheel in het teken van de Middelnederlandse minnezanger.

Biografieën,Werken en Uitgave kunt u vinden op de site van DBNL (digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren).

Passages van de Servaeslegende vindt u op de site van P.P. Simons.

Tevens is er ook de stichting 'Veldeke Krink Mestreech': In het begin van de 20e eeuw maakte een aantal bekende Limburgers zich zorgen over de dialecten van onze provincie. Ze waren bang tot die zouden verdwijnen door de invloed van het Hollands. Voortrekkers hiervan waren de filoloog en docent Joseph Endepols (1877-1962) en de Maastrichtse kantonrechter Edmond Jaspar (1872-1946). Beiden waren ze betrokken bij de in 1926 opgerichte vereniging Veldeke Limburg, deze vereniging zet zich in voor de instandhouding van de Limburgse dialecten  en volkscultuur.

 

Naor Bove

Bron: Website Wikipedia (plein), Wikipedia (H.v.Veldeke), Literatuurgeschiedenis, P.P. Simons, Foto: onthulling RHCL, boekomslag DBNL, Kleur MestreechterSteerke.

eine terök