Fam Bosch: Nicolaas August (N.A.) Bosch
werd geboren op 25 juli 1797, als zoon van de
koopman Joannes Bosch (1754-1817) en Thérese Jeukens(1759-1827).
Op 21 jarige leeftijd gaat N.A. Bosch in
de zaak van
zijn moeder, inmiddels weduwe, werken als koopman in
koloniale waren. De winkel lag in de Brugstraat no.
1052, welke in die tijd de belangrijkste
winkelstraat van Maastricht was. 
In april 1820 huwt N.A. Bosch met
M.A. Vlieckx(1796-1866). De familie Vlieckx was een
vooraanstaande Maastrichtse familie van
brouwmeesters, doctors, apothekers, notarissen en
kooplieden. Vader Vlieckx was meester van het
brouwersambacht en bewoonde het pand Recht Straat
no. 253 (thans 61), genaamd “In Den Dobbelle
Sleutel”.
Waar komt nu de naam “De
Keyzer” vandaan?
Op 1 maart 1827 komt Hubert
Vlieckx, vader van M.A. Vlieckx, te overlijden. In
het testament komt o.a. voor: een huis met steenweg,
brouwerij, tuin uitkomende in de Gracht straat en
aanhorigheden gelegen te Wijck Maastricht op de Regt
straat onder No 253 en genaamd den Keizer..
N.A. Bosch wordt nu mede-eigenaar
van het huis en de brouwerij in de Rechtstraat
(thans nr. 61). N.A. Bosch blijft ook koopman en
onderneemt nieuwe industriële activiteiten, zoals
een zeep- en zoutziederij en aardewerkfabriek. In 1857 overlijdt N.A. Bosch.
Zijn vrouw, M.A. Vlieckx, overlijdt in 1866. In de
eerste jaren is er sprake van een onverdeelde
boedel. Uiteindelijk vindt er verdeling plaats over
de vijf kinderen Willem Hubert Bosch, Pierre Eugene
Bosch, Willem August Bosch, Joseph Bosch en Virginie
Bosch.
Willem August Bosch en
Joseph Bosch wensen onmiddellijk “uitgetrokken”
te worden. De overige drie kinderen wensen hun
aandeel onverdeeld te laten. Hubert Bosch neemt dan
de leiding van de brouwerij over en er ontstaat dan
een vennootschap onder de naam “firma N.A. Bosch”.
Om de twee kinderen uit te kopen worden een aantal
activiteiten afgestoten, zoals de aardewerkfabriek,
de azijnfabriek en de kaarsenfabriek.
Hubert Bosch is degene die
ingrijpende verbouwingen en uitbreidingen
realiseert. In 1870 neemt de broer van Hubert,
Willem August Bosch de leiding over voor een nieuw
te bouwen mouthuis en brouwerij. Willem August Bosch
maakt het gereed komen van de nieuwbouw niet meer
mee. Hij overlijdt op 52 jarige leeftijd in 1883.
W.A. Bosch was gehuwd met
M.C. Mélotte. Uit dat huwelijk zijn de kinderen
Julia en Fernand Bosch. De weduwe Mélotte trouwt in
1886 met de jongere P.A. Ernest Bosch (zoon van
Hubert Bosch). Uit het huwelijk van Ernest Bosch en
de weduwe Mélotte worden drie kinderen geboren,
onder andere Marcel Bosch(1888-1974).
Ernest Bosch wordt dan met
de leiding van de brouwerij belast en wordt beherend
voogd over de minderjarige kinderen Julia en Fernand
Bosch. In 1902 wordt de dan 21 jarige Fernand Bosch
mede-eigenaar van de brouwerij. Fernand en Ernest
hadden conflicterende karakters, welke de brouwerij
niet ten goede kwamen. In 1913 greep de familie in
en belastte Marcel Bosch (1888-1974), zoon van
Ernest Bosch met de leiding van de brouwerij. Tot
die tijd had Marcel Bosch gewerkt bij de
stoomhoutzagerij van zijn vader Ernest Bosch. Hij
had dus geen ervaring met het brouwwezen maar werkte
zich snel in. Talrijke notitieboekjes in het
bedrijfsarchief zijn daar voorbeelden van.
Uiteindelijk verkrijgt Marcel Bosch ook de
eigendomsaandelen van Julia en Fernand Bosch. In 1970 wordt gestopt met de
bierproductie, in 1971 worden de boeken gesloten.
Marcel Bosch:
Na de dood van Marcel Bosch in 1974, wordt zoon Paul
Pierre Alfred Bosch eigenaar van de brouwerij met de
bijbehorende brouwerswoning aan de Rechtstraat. Het
is de verdienste van Paul Bosch dat het complex aan
de Wijcker Grachtstraat behouden is gebleven.
Tientallen jaren was hij daar dagelijks aanwezig om
te werken aan de instandhouding van de monumentale
gebouwen en de originele brouwapparatuur. Paul P.A.
Bosch overleed op 3 januari 2008 in de leeftijd van
88 jaar en is bijgezet in het familiegraf op de
begraafplaats Oostermaas te Maastricht.
(Foto Tom Peeters)

Paul Bosch bepaalde in
zijn testament dat de unieke voormalige brouwerij
ook na zijn dood behouden diende te blijven en
legateerde deze, samen met de brouwerswoning, aan de
Stichting Stoombierbrouwerij de Keyzer N.A. Bosch.