Beerbrouwerijj
De Ridder was en is een markant detail van de
'skyline' van Wijck gezien vanaf de maasboulevard,
helaas ben ik nog niet in de gelegenheid geweest om een
rondleiding te volgen, deze staat echter wel op mijn 'to
do' lijst. De Ridder brouwerij' Heilige grond
voor de bierkenner '
Maastricht:
De bekende Maastrichtse brouwersfamilie Van Aubel begon
in 1857 Stadsbrouwerij de Ridder in een gebouw aan de
Rechtstraat, begin 1900 verplaatst naar de Oeverwal in
Wyck.
Op zich niets bijzonders, Maastricht kende in die tijd
veertig brouwerijen, en de familie Aubel die reeds
brouwerijen in Roermond en in Meersen hadden. In die
tijd kocht de brouwerij veel grote huizen op en liet de
voorkamer inrichten als café, in de buurt van de
Boschstraat waren veel cafés te vinden waar men naast
het Maastrichtse bier ook veel jenever verschonk.
brouwde al generaties lang bier. Veel kasteleins maakten
hun eigen bier, en dat moest ook wel want het donker
bier uit die tijd was beperkt houdbaar. Dat veranderde
met de uitvinding van de koeltechniek waardoor het
mogelijk werd om pils te brouwen dat veel beter bewaard
kon worden. Met als gevolg dat de kleine brouwerijen
verdwenen, ze konden de investering niet opbrengen.
Bierbrouwen werd een industrie. In
1925 nadat ze waren omgeschakeld op bier met een 'lage
gisting' kwam het bier op de markt onder de naam van
"Ridderpils' en vijf jaar later in 1930 kreeg de
brouwerij dezelfde naam,. De naam is waarschijnlijk
afkomstig van Sint Martinus, Ridder en patroonheilige
van de St.Martinuskerk (St.Matthiaskerk) die gelegen is
naast de brouwerij. Het was één van de eerste Limburgse
Brouwerijen die bier exporteerde na Holland.
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog waren er 24
brouwerijen in Maastricht en in 1945 nog maar vier,
waaronder twee kloosterbrouwerijen. Die
kloosterbrouwerijen en de brouwers Eberhard, Th. Grein
en Eugčne Marres stoppen na Wereldoorlog Twee. Blijven
over: de
Sint Servatius Brouwerij (een Heinekendochter,
voorheen De Zwarte Ruiter) aan de Annalaan,
Brouwerij Marres-Ceulen in de Capucijnenstraat, hoek
Grote Gracht. En op de oostoever in Wijck:
Brouwerij 'De Keizer' N.A. Bosch in de Wijcker
Grachtstraat en de Ridder aan de Oeverwal. In 1971 sluit
Bosch, de voorlaatste brouwerij. De Ridder gaat alleen
verder .De familie van Aubel heeft hun De Ridder
brouwerij steeds up to date gehouden, ze moderniseerden
vooral in de jaren dertig en veel van die inrichting,
inclusief de brouwketels, staat er nog.
Ze hielden het als familiebedrijf tot 1982 vol, toen
volgde de overname door Heineken. Ridder pils bleef
bestaan, hoewel de smaak iets veranderde doordat
Heineken besloot geen ruwe granen meer te gebruiken.
Op het moment van de overname door Heineken brouwt de
Ridder drie bieren. Natuurlijk de pils. De Ridderpils
van Van Aubel stamt uit 1925. Hij kent slechts een
gering aandeel ruwe granen en heeft een goede
hopbitterheid. Het tweede bier is Oud Bruin. Volgens
Maastrichtenaren een uitstekende begeleider van 'zoervleis'
(zuur vlees), zoals wij de Vlaamse stoofkarbonaden
plegen te noemen. Tenslotte wordt er een volmout
Dortmunder bier gebrouwen, de uitnemende Maltezer. Na de
overname blijft Heineken vooralsnog de Ridderbieren
brouwen. Oud Bruin wordt omgedoopt tot Donker Bier. Als
Heineken besluit geen ruwe granen meer te gebruiken bij
het brouwen van haar bieren, geldt dat ook voor de
Ridder. Onderweg verliest de pils iets van zijn
bitterheid om later weer iets te worden verhoogd en
wordt bij de Maltezer een deel van de mout door suiker
vervangen. Tussen 1982 en 1989 ging de productie omhoog
van 18.000 naar 36.000 hl bier.
Heineken
heeft nog andere plannen met de Ridder. Allereerst geeft
hij de brouwerij een nieuwe impuls en zorgt voor een
snelle groei van de productie. Op biergebied is Ridder
eveneens actief. In 1983 wordt er een gelegenheidsbier
gebrouwen voor het 125-jarig bestaan van de naast de
brouwerij gelegen Sint-Martinuskerk: het Bičre St.
Martin, een variant op Maltezer. Sint Martinus zou
overigens een Maltezer Ridder zijn geweest. Voor de
50-jarige bevrijding van Maastricht, op 13-14 september
1994, herhaalde de brouwerij dit met het toepasselijke
Bevrijdingsbier. Een toevalstreffer overigens. Toen in
de aanloop naar de bevrijdingsfeesten een journalist van
De Limburger vroeg of Ridder een herdenkingsbier zou
brouwen, antwoordde een van de toenmalige directeuren,
de heer Moonen, iets van 'Wellicht', of 'We zullen wel
zien'. De dag erop stond in de krant: 'Ridder komt in
september met speciaal bevrijdingsbier!' De bierdrinker
is de krant nog steeds dankbaar.
De komst van Bock en Wieckse Witte
In 1987 wordt voor het eerst in vele jaren weer een Bock
gebrouwen. En in 1988 (1990) ziet de Wieckse Witte het
levenslicht, het is een doorslaand succes; niet
in het minst door de studenten van de Maastrichtse
Hogere Hotelschool. Die leerden het in Maastricht
drinken en gedroegen zich na hun studie als ware
missionarissen. Ze maakten het enige echte Maastrichtse
Witbier in het hele land en zelfs ver daarbuiten
populair. Omdat de
brouwerij om logistieke redenen niet boven de 100.000 hl
kan groeien, wordt het voor de export bestemde deel van
de Wieckse Witte eerst gebrouwen door de paters
trappisten in Tilburg en inmiddels door de
Heinekendochter Fischer in Schiltigheim (F). Sinds
2002 komt Wieckse Witte niet meer uit Wyck en staat de
brouwerij leeg. Het is nu een stukje Maastrichtse
industriële geschiedenis dat nog bewaard kan worden. Het
Maastrichtse witbier is nadrukkelijk voor de hele
Heinekenfamilie bedoeld, niet enkel voor de aan Ridder
gebonden cafés en is het kind van oud-brouwmeester Wim
van Wijk. Het feit dat het bier zeer evenwichtig is,
dankzij een uitmuntende bovengist, niet te zoet, niet te
gekruid, en het gegeven dat Heineken over een uitstekend
distributienet beschikt, zorgen ervoor dat Wieckse Witte
na Hoegaarden tweede op de witbiermarkt wordt. In 1995
bestaat reeds de helft van de productie bij de Ridder
uit Wieckse Witte.
Als defensieve maatregel tegen de opkomst
van de Palm in Nederland introduceert de Ridder in
november 1994 de Vos, amberkleurig bier van hoge
gisting, met een klein aandeel suiker. Later komt daar
sacharine bij en dat vindt PINT een beetje beneden de
waardigheid van een bier dat boven de tafelbiergrens
uitsteekt.
Gezien de maximale capaciteit van de Ridder en het feit
dat de flesjes Vos deels bij Heineken te
's-Hertogenbosch (via de etikettenlijn van Amstel) of
bij Brand in Wijlre werden of worden afgevuld, rijst de
vraag of wel alle Vos in Maastricht wordt gebrouwen.
Overigens heeft Heineken er nooit een geheim van
gemaakt, dat de Ridder zich uitstekend leent voor het op
punt stellen van nieuwe bieren, die bij gebleken succes
elders kunnen worden gebrouwen, om op die manier bij de
Ridder opnieuw productiecapaciteit te scheppen voor weer
andere nieuwe bieren.
Deze Heineken-filosofie leidt er
uiteindelijk toe dat de Ridder vanaf 1 Maart 2002 stopte
met het brouwen van pils,oud bruin en bockbier. het
Besluit om te stoppen was omdat men niet meer verder kon
uitbreiden en omdat de binnenstad van Wijck te klein
was
om met grote tankwagens tot aan de fabriek te komen.
Grote vaten en fusten moeste in Gronsveld worden
overgeladen in kleinere vaten en dat was lastig en duur.
Heineken verzekerde door te gaan met Maltezer, Vos en
Wieckse Witte. Het grootste deel van de vrijkomende
capaciteit zou worden ingenomen door het populaire
witbier. Daarnaast zou de Ridder nieuwe bieren
ontwikkelen en testen, terwijl de brouwerij eveneens
toegerust was om te kunnen experimenteren met
verpakkingen. Maar op 31 oktober 2002 gaf het concern te
kennen de Ridder eind december 2002 te sluiten.
Daarnaast wilde de stad Maastricht de binnenstad
verkeersvrij maken en zo kwam het dat 25 man hun baan
verloren en Brouwerij De Ridder zijn poorten sloot in
2002.
Het brouwhuis dat in de jaren dertig werd gebouwd was
voor zijn tijd uiterst modern. Dat wisten ook de
Amerikaanse militairen die op 13 en 14 september 1944
Wyck en Maastricht bevrijdden. Ze hadden opdracht om de
brouwerij in handen te krijgen, zo mogelijk
onbeschadigd.
Dat had niets met bier te maken maar wel met de eigen
bron van De Ridder en met de moderne bottelarij die dat
water in flessen zou kunnen afvullen in geval van nood.
De Amerikanen vreesde problemen met besmet drinkwater en
met ziektes die daardoor konden ontstaan. Vooral de
omgeving van Aken was reden tot zorg. Aken is een grote
stad die niet aan een rivier ligt. Alle drinkwater voor
de regio komt uit een meertje dat uitsluitend door
regenwater wordt gevuld. Als dat meertje verontreinigd
of vergiftigd zou raken dan is de ramp niet te overzien.
Het kwam gelukkig niet zo ver, en De Ridder kon gaan
doen wat ze het beste konden, bier brouwen, veel bier.
Vijftig jaar na dato was ik in het bejaardencentrum
Malberg toevallig bij een gesprek tussen voormalig De
Ridder vrachtwagenchauffeur de heer Cerfontaine en een
paar bezoekende Amerikaanse veteranen. “Het was
ongelofelijk, hoe snel we ook produceerden, en hoeveel
bier we ook maakten, jullie moesten het allemaal hebben.
We kregen niet de tijd om wat voorraad op te bouwen.
Kunnen jullie je dat nog herinneren? Ik had nog nooit
jongens gezien met zoveel dorst.”
De veteranen van de Old Hickorydivisie grijnsden van oor
tot oor. “Nou en of we dat nog weten, dat was heel
lekker bier. En trouwens… die dorst hebben we nog
steeds,” zeggen ze als ze een arm om zijn schouder
slaan. “Het buffet was toch die kant op, meen ik…?
Naor Bove |