|
Fort Willem I (Fort Willem I) |
Een kenmerk van het fort was dat er enige tijd mensen moeten kunnen verblijven zonder naar buiten te gaan. Deze mensen konden in de kazematten (bomvrije ruimtes) verblijven, hier lagen ook de voorraden opgeslagen, een fort is een verdedigingswerk dat volledig zelfstandig kan functioneren en dat naar alle zijden verdedigbaar is. Het is in het geval van Maastricht los van andere verdedigingswerken aangelegd en het is dan ook op enige afstand daarvan gesitueerd. Het verschil tussen een fort en een bastion is dan ook dat de laatste fysiek met de rest van de vesting verbonden is waar de flanken aan de courtines grenzen. Bij Maastricht liggen twee forten, het fort St. Pieter uit de achttiende en fort Willem uit de negentiende eeuw.
Fort Willem I, 1815-1818 Maastricht Fort Willem I, ook genaamd Fort op de Caberg of Fort Koning Willem, is een negentiende-eeuws fort, gelegen aan de Kastanjelaan in de wijk Caberg. Het fort heeft na de opheffing van de vestingstatus in 1867 diverse bestemmingen gehad en is thans in gebruik als speeltuin en als huisvesting voor studentenvereniging Tragos. Fort Koning Willem I is bij vele Maastrichtenaren beter bekend als Fort Willem, deze is op de zuidpunt van de hoogte van de Caberg gebouwd met als doel ‘afweering tegen den algemeenen vijand’. Van het fort bleef ondergronds alles bewaard, bovengronds de kazemat, een deel van de keelmuur en de gehele linker helft van het werk. Tevens bleef van het fort aan de linkerzijde de droge gracht, de contrescarp, de bedekte weg met een aantal traversen en het glacis bewaard. Ten noordwesten van het fort, tussen het fort, tankstation en de huizen aldaar, vinden we een groot deel van het glacis. De Kastanjelaan een verzonken verbindingsweg langs het Fort Willem uit 1815-1815. Alleen het stuk Kastanjelaan ten noordwesten van de Fort Willemweg kan nog als onderdeel van de vesting worden aangemerkt. Het fietspad heet Kastanjelaan en was vroeger een bedekte weg van de Linie van Dumoulin tot aan het fort dat tussen de bomen ligt. Het fort kan wel een tijdje zelfstandig opereren maar het was toch handig als men een beetje veilig en beschut van de stad naar het fort kon komen. Het heuveltje naar de speeltuin is het begin van de ‘Caberg’. Geschiedenis Fort Willem I: In 1673 werd de vesting Maastricht belegerd door de Fransen onder leiding van de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV. Lodewijks vestingbouwkundige en strateeg Sébastien Le Prestle de Vauban vergezelde hem. Na de overgave van de stad maakte Vauban plannen om de vestingwerken van Maastricht te verbeteren en in één daarvan versterkte hij de heuvels rond de stad op de St. Pietersberg en de Caberg. Als gevolg van de Vrede van Nijmegen ( 1678) moesten de Fransen echter de stad verlaten en gebeurde niets met deze plannen. De militair ingenieur Johan Fredrik Schouster benadrukte in 1772 wederom deze zwakke plek. 30 december 1772 kreeg Carel Diederik Du Moulin de opdracht om een plan te maken voor de verbetering van de vesting Maastricht en leverde zijn ontwerp in januari 1775. Du Moulin maakte er veel werk en bedacht een groot plan die uit vier grote projecten bestonden. Het fort was er één van, uiteindelijk is er maar één van deze projecten uitgevoerd, de Linie van Dumoulin. Op 9 december 1776 werd hem opgedragen de bestekken voor de bouw ervan gereed te maken en naar de Raad van State in Den Haag te sturen. Daar werd alles netjes in de archieven opgeborgen zonder dat het tot uitvoering van het werk zou komen. In 1782 en in 1790 werd er weer aandacht voor gevraagd, Van 1794 tot 1814 werd Maastricht wederom bezet door de Fransen, ook zij vonden het belangrijk om de Caberg beter te beschermen. In 1814 was de Caberg opgemeten en in kaart gebracht door de Fransen en konden de werken aan het fort beginnen. Het kon, naast de verdediging van de noordelijke vestingfronten ook dienen om in samenwerking met het Fort St.Pieter een kruisvuur te leggen voor de Hoge Fronten. Flankvuur zou het terrein oostelijk van de Caberg kunnen dekken, samen met vuur vanaf de facen van ravelijn C. De Fransen lieten de plannen bij hun vertrek achter. Toen Keizer Napoleon in 1815 ontsnapte uit Elba was heel Europa weer in rep en roer. Vanuit Den Haag kwam in maart 1815 de opdracht om alle Nederlandse vestigingen in staat van verdediging te brengen. In eerst instantie door de soldaten maar toen deze naar het front moesten de Burgers zich melden in het Sint Andriesklooster, waar ze in een werkploeg ingedeeld zullen worden. Ze verdieden 22 tot 28 stuivers per dag en goede vaklieden zouden nog wel meer kunnen krijgen. Op 1 april roept luitenant-generaal De Constant-Villars, de militaire bevelhebber in de vesting, het gehele garnizoen op om als vrijwilligers te komen werken aan het versterken van de Caberg en ‘het daarstellen van een fort, allergewigtigst voor de verdediging dezer vesting, dog welkers bekostiging in dit ogenblik van de zijde van het Gouvernement niet konde geschieden’… Op 18 april werd ‘met dat gewigtig werk door elken rang. Generaal zo wel als soldaat, zodanig een kragtdadig begin gemaakt, dat men deszelfs voltooying, binnen den daar toe bepaalden tijd, zijnde die van een maand, konde te gemoed zien’. Helaas werd een deel van het garnizoen elders verplaats, hetgeen een lelijke streep door de rekening leek te worden. Om het werk toch voortgang te doen vinden riep burgemeester Coenegracht vervolgens de bevolking op om het werk over te nemen. Hij was ervan overtuigd dat ‘gij lieden slechts een wenk zult behoeven om met mij en de andere leden der Regering onvermoeid mede te werken om het gemis van andere handen dubbel te vergoeden’. Op de secretarie in het stadhuis werd een register neergelegd waarin de vrijwilligers zich konden inschrijven. Wie vanwege zijn werk, huishouden of lichamelijke gesteldheid niet in staat was om te komen werken, kon toch ‘zijne vaderlandslievende gezindheden ten deze door daden aan den dag leggen’ door voor een vervanger te zorgen. Op 24 april was het dan zover, voorafgegaan door de burgemeester, de gemeenteraad en het gerechtshof toog een menigte burgers de heuvel op om het werk van de militairen over te nemen. Ze werden door de militaire staf met open armen ontvangen en door vice-burgemeester Nierstraz als volgt bemoedigend toegesproken: “ Mijn Heer de Gouverneur! Een enkele wenk van uwe Excellentie was genoeg om bij de burgerij eene schaare medewerkers te vinden ter opbouwing eener sterkte, die een wezentlijk punt van verdediging voor onze stad zal uitmaken. De Maastrichtenaren zijn nimmer agterlijk, daar waar het algemeen welzijn hun roept. De jongste gebeurtenis kan daarvan getuigen. De Maastrichtenaren zijn bezield met liefde en eerbied voor hunnen koning. Daar van gaven zij onlangs ondubbelzinnige blijken. De Maastrichtenaren zijn getrouwe en gehoorzame onderdanen. Nimmer werd bij hun een oproerkreet gehoord. De Maastrichtenaren hebben hun Vaderland lief. Dat bewijzen zij nog heden. Wel aan dan mijne stadsgenoten. Slaat met mij handen aan het werk. Vereenigen wij ons aan deze brave Krijgslieden die ons in den arbeid voorgingen. Ieder spade steek is een offer op het altaar des Vaderlands gebragt. Eendragt maakt magt. En wel haast zien wij dit werk voltooid en zullen aan geweld en overheersching dubbelen weerstand kunnen bieden. Leve de Koning! “ Spoedig zouden echter ook betaalde krachten kunnen worden ingezet. Op 4 mei werd namelijk een deel van het grondwerk op de Caberg aanbesteed. Koning Willem I bezoekt ‘de Caberg’ in Maastricht op 6 en 7 juni 1815, toen was het fort al voor twee derde gereed. Het zou nog tot 1818 duren voor het hele fort met metselwerk verstevigd en gereed was. Omdat er geen machines waren is alles met spierkracht gedaan, vaak waren per dag 300 mensen bezig maar in de week van 30 mei werd met 800 man het hoogste aantal bereikt. Van 1816 tot 1818 is het fort in metselwerk uitgevoerd. |
|
Fort Koning Willem 1910 als woning |
|
De Bouw van het Fort Koning Willem I: Bij het in staat van verdediging brengen van de vesting Maastricht in het jaar 1815 werd door de genie een register bijgehouden met de dag- en weekrapporten over de voortgang van de werkzaamheden. Uit deze rapporten zijn de navolgende passages betreffende het werk aan fort Koning Willem I afkomstig. Het betreft hier de eerste aanleg van het vestingwerk, uitsluitend in aarde en hout. De rapporten van 20 april en 3 mei werden opgesteld door luitenant-kolonel-ingenieur en commandant der genie Van Ingen en vanaf 9 mei zijn ze getekend door generaal-majoor A. Croiset (Arnoldus Croiset 1753-1838) directeur van de vierde of zuidoostelijke directie van fortificatiën.
|
|
Fort Willem en droge gracht 1950 |
|
TIJDLIJN:
|
|
Beschrijving Fort WIllem I: Fort Willem I bestaat uit een grote kazemat verbonden met onderaardse galerijen. Het grondplan bestaat uit een vijfhoekige lunet. De twee zijden die zich niet aan de kant van de vesting bevinden worden facen genoemd. De zijde die naar de vesting wijst wordt keel genoemd. De overige twee zijden worden flanken genoemd.
De lunet van Fort Willem I is aan vier zijden omgeven door een droge gracht, waarvan de wanden geheel zijn voorzien van bakstenen. In dit metselwerk zijn over de gehele lengte en langs beide zijden van de gracht schietgaten aangebracht, die via een rondgaande galerij zijn te bereiken. Deze ringgalerij bestaat uit 136 overwelfde ruimtes die elk vier of vijf schietgaten hebben. Vanuit de galerij achter de rechter flank liep een poterne, een overdekte doorgang, naar het terreplein van het fort. Het terreplein was bedoeld om kanonnen in de open lucht binnen het fort op te stellen. Vanuit de galerij achter de linker flank loopt een trap naar een bomvrije kazemat. Deze kazemat had onderkomens voor duizend man en diende als magazijn. Zo kon er 36.000 pond aan buskruit worden opgeslagen.
Voor de saillant, de hoek tussen beide facen, ligt een verzonken galerij, die onder de bodem van de gracht doorloopt en de galerijen aan beide zijden van de droge gracht met elkaar verbindt. Op twee plaatsen bevindt zich een toegang vanuit de galerij naar de droge gracht. Een bedekte weg verbond het fort met de vesting Maastricht.
Na de sloop van een deel van het fort resteerde de linker flank en face met voorliggende droge gracht en gedekte weg, evenals de saillant en een klein deel van de rechter face. Ook de complete ringgalerij, de verzonken galerij voor de saillant en de aanzet tot de verbinding met het terreplein werden bij de ontmanteling gespaard. Verder bleef de kazemat in de linker flank over met verbindingstrap naar de rondgaande galerij. Van de keelmuur bleef slechts een fragment over. Verklarende woordenlijst:
|
|
Naor Bove | |
art. Fort Willem van Jos Notermans en St. Menno van Coehoorn | |
Bron Boek Fort Koning Willem I, Historie van een monumentaal Fort 1814-1999, Maastrichtse Studenten Vereniging Tragos, Maastricht 1999 Tekst: J. Notermans en anderen. Onderzoek: J. Notermans I.B.J.G. Debats, P. Geers Grafische Vormgeving: J.C . Bol, C.J. Bouhuys, J. van Weeghel Druk: Datawyse Boekproducties Maastricht. Historische Encyclopedie Maastricht (HEM) blz174, Website: Tragos, Mestreechtenere, Maastricht Vestingstad, Wikipedia, Zicht op Maastricht., Opa Rebolim, Foto's; Math Custers, Wikipedia, Tragos |