De
Tapijnkazerne :
De Tapijnkazerne
ligt
op een laaggelegen terrein aan de zuidzijde van het Maastrichtse
stadscentrum in de wijken Jekerkwartier en Jekerdal. De westelijke
begrenzing wordt gevormd door de rivier de Jeker en het
Aldenhofpark; de oostelijke begrenzing door de Sint Hubertuslaan.
Het terrein wordt in tweeën gedeeld door de drukke Prins
Bisschopsingel. Op het noordelijk deel, grenzend aan het Stadspark
Maastricht, staan de voormalige kazernegebouwen. Op het zuidelijk
deel, grenzend aan het Jekerpark, liggen de sportterreinen. De
tapijnkazerne
werd tussen 1916 en 1918 gebouwd op
het terrein van de “de Koompe” (Kommen) deze maakte tot 1867
onderdeel uit van het inundatiegebied de Lage Fronten de laaggelegen
buitenwerken van de vestingstad Maastricht langs de rivier de
Jeker,
die bij belegeringen onder water gezet konden worden. In 1864 werd
dit gebied als oefenterrein ter beschikking gesteld aan de
cavalerie, die gelegerd was in de nabije Bonnefantenkazerne (in het
voormalige Bonnefantenklooster). Na slechting van
de vestingwerken werd hier vanaf 1916 door het Ministerie van
Oorlog een kazerne met dienstwoningen voor de commandant, de
hoofdofficieren en de fortificatieopzichter gebouwd. Voor de bouw
van de kazerne moest een Jekerarm worden gedempt. De vroegere loop
van de rivier is nog terug te vinden in de vorm van een weg tussen
de ziekenboeg in het noorden en de rest van het kazerneterrein. Pas
in 1934 werd de kazerne vernoemd naar
de Lotharingse legeringenieur Sebastiaan Tapijn,
die in 1579 de verdediging van de stad tegen de
Spanjaarden leidde.
Het kazerne is ingericht met paviljoens, waardoor de verschillende
functies in een apart gebouw zijn ondergebracht en een logische
bedrijfsvoering en terreininrichting mogelijk werd. De paviljoenbouw
werd tussen 1910 en 1940 een gebruikelijke formule voor grotere
bouwcomplexen. Het kazerneterrein beslaat een terrein van ruim 10
ha., dat aan de noordwestzijde door de Jeker wordt begrensd. In
1953 werd de kazerne uitgebreid met onder andere een nieuw
kantinegebouw.
De
kazerne was achtereenvolgens in gebruik als opleidingscentrum voor
het 13e regiment infanterie (1919-40), legerplaats voor de Duitse
bezetters (1940-44), opleidingscentrum voor troepen
voor Indonesië (1945-50), kazerne Regiment Mortieren Menno van
Coehoorn (1950-53), kazerne Regiment Infanterie Menno van Coehoorn en Regiment
Infanterie Chassé (1953-67) en kazerne voor verbindingseenheden AFCENT (1967-2007) In
oktober 2010 verlieten de laatste NAVO-militairen de Tapijnkazerne.
Rijksmonumenten
Het
kazernecomplex is ingericht met paviljoenachtige gebouwen, die alle
een eigen functie hadden. Deze bouwwijze was tussen 1910 en 1940
gebruikelijk voor grotere gebouwencomplexen. Op
de hoek van Sint-Hubertuslaan-Prins Bisschopsingel ligt het
Wachtgebouw, dat de hoofdingang tot het kazerneterrein markeert met
markante toren op de zuidoosthoek. Het
gebouw, sinds 1997 een rijksmonument, is in 1917 ontworpen door de
"Kapitein Eerstaanwezend Ingenieur der Genie van het Eerste Genie
Commandement te Breda" (waarvan de naam niet bekend is). Het gebouw
van twee bouwlagen plus
zolderverdieping op vrijwel rechthoekige plattegrond. Kleine uitbouw
in dwarsrichting onder insteekkap aan de achtergevel is
opgetrokken in baksteen met een zandstenen lijst boven de plint,
zandstenen torendecoraties en een zandstenen Florentijnse boog rond
de hoofdentree. In het westelijk deel bevond zich een cellencomplex;
de acht ramen van dit deel zijn van tralies voorzien. Op de
zuidoosthoekierkante traptoren met drie uurwerken heeft
een ingesnoerde torenspits met een smeedijzeren windvaan in de vorm
van een Nederlands wapenschild. Het trappenhuis van de toren heeft
rechthoekige houten zesruitsvensters.
Tegen de westgevel is een hoogoplopende schoorsteen geplaatst. Aan
de noordgevel hangt een oude luidklok met het opschrift: "G.R.W.
Kimmell Scholtens van Daalen & Ooster Heffelen anno 1771".
De oostgevel van het
hoofdvolume (onder wolfdak met kruispannen) heeft aan de oostzijde
een symmetrische indeling van negen vensterassen (rechthoekige
houten schuifkozijnen met vierruits roedeverdeling in het
schuifgedeelte en negenruits bovenlichten) over twee bouwlagen. Hier
een middenrisaliet met entree (rondboogvormige dubbele houten
toegangsdeur met twaalfruits bovenlicht), drie vensterassen over
twee bouwlagen plus zolderverdieping en een hijsbalk. Dit risaliet
bevindt zich onder een ingestoken wolfskap. De zuidgevel heeft een
symmetrische indeling met vier vensterassen plus een poortingang.
Verder is er een geprofileerde plint met zandstenen lijst, waarin de
dorpels van de eerste bouwlaag geïntegreerd zijn, een zandstenen
Florentijnse boogrond de hoofdentree, zandstenen hoekstenen in de
schuine plint en het ingesnoerde gedeelte van de toren. De bakgoot
van de toren rust op een decoratieve lijst. Vensterstrek. Kroonlijst
met eenvoudige bloktanddecoratie. Het interieur van het wachtgebouw
is vrijwel onveranderd bewaard gebleven.
Achter het wachthuis ligt de voormalige kantine, thans
bibliotheekruimte. Aan de Prins Bisschopsingel liggen de drie
hoofdgebouwen waar de instructielokalen en de logementen waren
ondergebracht: deze drie vleugels zijn in een U-vorm rond een
rechthoekig plein geordend. Aan de Sint Hubertuslaan liggen drie
dienstwoningen uit 1919 voor de commandant en de hoofdofficieren,
die alle drie in de loop der jaren zijn verbouwd en uitgebreid.
Desalniettemin zijn deze (dubbele) villa's elk afzonderlijk als
rijksmonument aangemerkt.
Aan de noordzijde liggen nog twee fraaie kantinegebouwen. In 1953
door architect P.de Ruiter ontworpen. |
|
Niet-monumentale gebouwen:
Ook
andere bouwwerken op het terrein van de Tapijnkazerne, die geen
rijksmonumenten zijn, zullen wellicht behouden worden. Het
hoofdgebouw aan de Prins Bisschopsingel bestaat uit een U-vormig
complex rondom een rechthoekig plein. Het gebouw doet denken aan
het corps de logis van een buitenplaats. In de drie gebouwen
waren instructielokalen en logementen ondergebracht. Tussen het
hoofdgebouw en het wachtgebouw ligt een tankstation uit de jaren
1950. Naast het wachtgebouw ligt de voormalig officierskantine uit
1919, later de bibliotheek. Aan de noordzijde van het terrein ligt
een kantinegebouw met twee vleugels, ontworpen door architect P. de
Ruiter in 1953. Op het terrein is tevens een bunker aanwezig, die
als monument van de koude oorlog waarschijnlijk
bewaard zal blijven. De commandobunker werd rond 1980 terplaatse van
het vroegere badhuis. Het is een typisch relict van de Koude oorlog.
De bunker heeft betonnen muren van ruim een meter dik en hierin zijn
gassluizen en koolstoffilters aangebracht. Het gebouw is
gecamoufleerd als een gewone kazernegebouw met een bakstenen
buitenschil. In het gebouw is een telefooncentrale ondergebracht
naast het commandocentrum dat een vroege toepassingen van
systeemvloeren toont. Voor de energievoorziening zijn er twee
reusachtige generatoren in het bouwwerk ondergebracht. De bezetting
van de commandobunker zou onder ABC-omstandigheden (Atoom-Biologisch-Chemisch)
onafhankelijk van de buitenwereld enige tijd moeten kunnen blijven
functioneren.
Onder
de Prins Bisschopsingel loopt een smalle, niet openbaar
toegankelijke voetgangerstunnel, die het sportterrein aan de
zuidzijde van de weg verbindt met het hoofdterrein.
Naor Bove |
De St.Hubertuslaan, nu Tapijnkazerne. |
Cenotaaf Dibbets:
In
1927 werd op het voorterrein van de kazerne het uit 1841 daterende
monument van generaal Dibbets onthuld, dat vanwege de industriële
expansie aan de noordzijde van Maastricht niet langer op zijn
oorspronkelijke standplaats kon blijven. Op het voorterrein van het
hoofdgebouw aan de Prins Bisschopsingel staat de cenotaaf voor
generaal Bernardus Johannes Cornelis Dibbets (1748-1839), van 1832
tot 1839 opperste bevelhebber van de vesting Maastricht. De bij
sommige Maastrichtenaren zeer gehate generaal, die verantwoordelijk
werd gehouden voor de aansluiting van Maastricht en
Nederlands-Limburg bij het Koninkrijk der Nederlanden, had in 1841
een eervolle laatste rustplaats gekregen op een bastion voor de
Boschpoort in de Nieuwe Bossche Fronten, dat daarna Bastion Dibbets
werd genoemd.
Het
grafmonument is in 1840 of 1841 door de beeldhouwer Le Compte
vervaardigd, waarschijnlijk in opdracht van koning Willem I. Het
monument uit zwart marmer is ongeveer drie meter hoog en met een
ijzeren hek omgeven. Op de voorzijde staat de tekst: Luitenant-generaal
baron Dibbets, opperbevelhebber dezer vesting 1830-1839; aan de
achterzijde: Overleden de 29ste maart 1839 in de ouderdom van 56
jaar; op de rechterzijde: Hulde van echtgenote en kinderen;
op de linkerzijde: De koning schonk hem deze eereplaats ter rust. Waarschijnlijk
was het monument oorspronkelijk een grafmonument, opgericht boven
het daadwerkelijke graf van Dibbets. De tekst wijst hierop en in
1873 zou bij de sloop van het bastion de kist nog zijn aangetroffen.
In 1927 werd het monument vanwege de uitbreiding van diverse
industrieën in dit deel van de stad verplaatst naar de
Tapijnkazerne. Daarbij werd het graf van Dibbets niet aangetroffen.
Het huidige monument is daarom een cenotaaf, een grafloos monument.
|
Sebastiaan Tapijn:
Tapijn (Sebastiaan), een zeer bekwaam officier, vooral in de
vestingbouwkunde, uit de eerste jaren van den tachtigjarigen oorlog.
Oorspronkelijke naam: Sebastien Tafin.
Hij stond in 1579 Melchior van Schwartsenberg krachtdadig ter zijde
bij de verdediging van Maastricht tegen de Spanjaarden onder den
hertog van Parma.
Nadat Maastricht op 29 Juni gevallen was, had hij zich met een deel
der bezetting in Wijk teruggetrokken, waarbij hij een deel der
Maasbrug had doen afbreken.
Terwijl hij in Wijk aan het onderhandelen was, werd dit door
Mondragon stormenderhand ingenomen.
Wegens zijn kunde en dapperheid werd Tapijn door de Spanjaarden
gespaard en gevangen gezet op het kasteel Limburg, waar hij kort
daarna aan zijne bekomen wonden overleed. |
|
Toekomst:
Op 1
oktober 2013 werd het terrein door de Nederlandse staat overgedragen
aan de gemeente Maastricht, die vervolgens een deel van de gebouwen
overdroeg aan de provincie Limburg, die zich op haar beurt
verplichtte de gebouwen aan te bieden aan de Universiteit
Maastricht.
De gemeente
Maastricht, blijvend eigenaar van de grond, is voornemens het
noordelijk deel van het terrein openbaar toegankelijk te maken door
een groot deel hiervan (44.000 vierkante meter) toe te voegen aan
het Stadspark. Een deel van de bebouwing, met name de
niet-monumentale werkplaatsen en garages, zal worden gesloopt.
Hierdoor wordt de parkengordel aan de zuidzijde van de binnenstad
vanaf de Maasoever tot aan het nieuwe Jekerpark gecompleteerd. Hier
liggen tevens enkele gebouwen die een tijdelijke invulling krijgen.
Zo wordt gebouw M de nieuwe voorziening voor amateurkunsten en gaat
het Werkgebouw ruimte bieden aan vak- en ambachtslieden. Ook komt er
een horecazaak.
Vanaf
september 2014 zijn in dit gebied een fietspad en enkele wandelpaden
opengesteld. Ter hoogte van de Prins Bisschopsingel zal een nieuwe
(gelijkvloerse) fiets- en voetgangersverbinding worden gerealiseerd
tussen het Stadspark en het Jekerpark, in de toekomst wellicht te
vervangen door een brug of tunnel. Het
plan om een parkeergarage te bouwen onder een deel van het terrein
werd na protesten van omwonenden ingetrokken.
Universiteitscampus:
De
meeste gebouwen op het kazerneterrein waren aanvankelijk eigendom
van de provincie Limburg, die zich echter heeft verplicht de
gebouwen te verkopen aan de Universiteit Maastricht, naarmate deze
daar behoefte aan en geld voor heeft. De negen monumentale gebouwen
zullen worden behouden en
door de universiteit worden ingevuld met onderwijs- en
onderzoeksfuncties, wellicht gecombineerd met woonfuncties. Enkele
niet-monumentale gebouwen kunnen door de universiteit worden
gesloopt en herbouwd. In juli 2013 werd de voormalige Tapijnkazerne
via de Crisis- en herstelwet aangewezen als flexibel project,
waardoor de gemeente Maastricht meer
tijd heeft om gebruikers te zoeken voor de kazerne, totdat de
universiteit over tien tot vijftien jaar in staat is de gebouwen te
kopen. Een aantal gebouwen wordt antikraak bewoond. Eind 2013 werd
bekend dat de Economische Faculteit van de Universiteit Maastricht
drie gebouwen aan de noordzijde van de Tapijnkazerne in gebruik zal
nemen. Voor het sportpark aan de zuidzijde van de Prins
Bischopsingel zijn nog geen duidelijke plannen. Hier vond afgelopen
jaren het festival Bruis plaats, voorheen georganiseerd door
de Muziekgieterij, thans een zelfstandige organisatie.
De
toekomst volgens Jo Coenen huisarchitect van Maastricht is te vinden
als u op deze
LINK klikt. |
Weetje:
Ze
dragen Schotse uniformen, maar hun roots liggen wel degelijk in het
Nederlandse leger: De
Kachelpiepers. De Tempeleers vroegen adjudant Harrie
Leenhouts van de Tapijnkazerne in 1951 of hij een prinsengarde kon
leveren. Leenhouts wist veertig korporaals en onderofficieren te
ronselen om de stadsprins te escorteren. Het eerste jaar verschenen
ze in geleende historische Napoleontische uniformen, daarna viel de
keuze op de Schotse kilt. De naam Kachelpiepers is afkomstig van het
regiment Menno van Coehoorn dat in die tijd in de kazerne gelegerd
was. Deze soldaten leerden mortieren te bedienen. Omdat deze wapens
de vorm hadden van lange metalen buizen, werden ze door de soldaten
kachelpijpen genoemd. In de eerste jaren stond op hun vaandel nog
Kachelpijpers; later werd dit het ‘Garderizzjemint De
Kachelpiepers’. In die tijd werd ook een echte ‘kachelpijp’
meegedragen, waarin een fles jenever zat verborgen. Deelname aan
De Kachelpiepers was populair omdat de soldaten er verlof voor
kregen en aan het Maastrichtse carnaval deel konden nemen. Maar ook
al was het een kolderieke brigade: tijdens de uitrukken werd wel
militaire discipline verwacht. Toen het garnizoen in 1967 uit
Maastricht vertrok, namen Maastrichtenaren met steun van de Verkennersband
de militaire traditie van De Kachelpiepers over. |
Filmpjes over de Tapijnkazerne op
YouTube. Gewoon klikken ! |
|
|
De Tapijnkazerne Maastricht 2013
|
|
Naor Bove |
Een dag in de kazerne
|
Bron Monumentengids Maastricht Jac van den Boogaard en Servé Mins,
H. Dyserinck, Het beleg van Maastricht door Parma in 1579 in
Publications de Limbourg XLI. Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed, Website:
Wikipedia,
Gemeente Maastricht,
Rijksmonumenten,
Dichtbij,
Gezien,
Vastelaovend limburg,
L1, Jo Coenen, Foto's
Delcampe, Facebook, John Kerkhofs, Gemeente Maastricht. |
|