|
Spoorbrug (Spoor Brögk) of ‘de Iezere Brögk’ gebouwd 1856
In de algemene
vergadering van aandeelhouders van de Aken-Maastrichtse
Spoorwegmaatschappij, gehouden op 3 juni 1853, werd besloten de
spoorlijn Aken - Maastricht door te trekken tot Hasselt.
Het directe doel was een verbinding tot stand te brengen tussen de
reeds aanwezige Belgische en Duitse spoorwegnetten.
Om deze verbinding tot stand te brengen moest de Maas overbrugd
worden.
Het werd de tweede grote spoorbrug van Nederland: de eerste was door
de Rijksspoorweg Maatschappij gebouwd over de IJssel bij Westervoort,
en op 15 februari 1856 geopend, acht maanden eerder dan de brug bij
Maastricht.
De ontwerper van de brug was de kolonel der Genie buiten dienst
Johan Arthur Kool (1816-1873)(foto links), sinds 1864 hoofdingenieur bij de Aken
— Maastrichtse Spoorwegmaatschappij, die in deze functie de opdracht
kreeg de brug te ontwerpen.
Hij werd hiermee de eerste Nederlandse ingenieur, die een spoorbrug
van gewalst ijzer ontwierp en uitvoerde.
Met de leiding van de bouw werd belast de `technisch opzichter en
architect' van de spoorwegmaatschappij, de Maastrichtenaar Johannes
Grégoire van den Bergh (1824 — 1890).
Onder zijn leiding kwam later de Moerdijkbrug tot stand.
Hij was van 1883 tot 1887 Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid.
Rechts tekening spoorbrug Maastricht 1856.
De door Kool ontworpen brug bestond uit twee gedeelten, ieder lang
ongeveer 96 m en van elkaar gescheiden door een van torentjes
voorziene middenpijler.
Dezelfde torentjes zien we op de beide landhoofden.
Beide brugdelen berustten daarenboven ieder op twee pijlers,
waardoor in totaal zes brugopeningen aanwezig waren.
De overspanning van iedere opening werd hierdoor ca. 32 m.
Zowel op de oever aan de Wycker zijde als op de Maastrichtse zijde
waren daarenboven korte bruggen tussen de landhoofden en de beide
buitenste pijlers met een lengte van ongeveer 9 m.
Onder deze korte bruggen waren verbindingswegen ten behoeve van de
vestingwerken aangelegd.
Aan de rivierzijde van de pijler aan de Wycker zijde, dus onder de
meest oostelijk gelegen grote overspanning, was een 'jaagpad',
bestemd voor de paarden die de schepen voorttrokken.
De pijlers en de landhoofden waren ingericht voor twee enkelsporige
bruggen.
Bij de aanleg en ook later was slechts één enkelsporige brug
gebouwd, en wel aan de zuidzijde.
Het tweede spoor werd nooit aangelegd.
Op de korte brugstukken werden leuningen aangebracht van gietijzer.
Hierop waren niet alleen de wapens van de drie door de brug
verenigde landen, Pruisen, Nederland en België aangebracht, maar
bovendien die van de drie verenigde steden: Aken, Maastricht en
Hasselt.
Aldus was, zoals J.A. Kool zelf mededeelde, 'op een weinig kostbare
wijze aan de brug een bevallig aanzien gegeven'.
De onderbouw werd op 23 september 1854 openbaar aanbesteed.
De laagste inschrijver was J. Bremken uit Utrecht, voor een bedrag
van ƒ 274.800,—.
Op 10 mei 1855 werd met de werkzaamheden begonnen door het leggen
van een eerste steen in het landhoofd aan de kant van Wyck.
Reeds zestien maanden na de aanvang der werkzaamheden en wel op 10
september 1856 was de onderbouw gereed en volledig opgeleverd.
De onderhandse aanbesteding van de ijzerconstructie had plaats op 27
januari 1855.
De aannemer was John Cockerill te Seraing in België.
De prijs was 64 francs per 100 'Nederlandse ponden', hetgeen
neerkomt op 31 cent per kilogram en een totaal bedrag van ongeveer ƒ
124.000,—.
De onderdelen van de
ijzerconstructie werden
te Seraing vervaardigd en met schepen naar Maastricht vervoerd.
Voor de montage werden hulpconstructies in de rivier gebouwd,
voorzien van hijsinstallaties.
Opmerkelijk zijn de lange roeren aan de typische Maasschepen van die
tijd: de dikwijls zeer lage waterstanden op de Maas dwongen tot het
bouwen van schepen met een zeer geringe diepgang.
Montage van de spoorbrug in 1856.
Geen dag te laat, dat wil zeggen precies overeenkomstig de
bepalingen van het bestek kwam de brug op 15 augustus 1856 gereed!
Na het leggen van het spoor reed de eerste trein op 30 augustus over
de brug, en vond op 1 september de door
de regering bevolen beproeving plaats, welke het gewenste resultaat
opleverde.
De
met volksfeesten opgeluisterde officiële opening van de lijn
Maastricht - Hasselt had op 1 october 1856 plaats.
Aan de opening ging enig krakeel in de gemeenteraad vooraf.
Tenslotte werd men het eens om het stadhuis en de kiosk te
verlichten.
Het stadsbestuur stelde verder op het gebied van feesten weer het
volste vertrouwen in het particuliere initiatief.
Eén raadslid was zelfs tegen de illuminatie 'die de mensen uitlokt,
verteringen doet maken en aanleiding geeft tot baldadigheid'.
Affiche openingsbal
door Momus georganiseerd.
naor bove |
|
|
Kinderen bij de
spoorbrug in 1895. |
Bruggehoofd aan de
Wyckerzijde, 1921
(foto uit: A.H. Jenniskens, Het Spoor.
Maastricht, 1985, blz.29) |
In de jaren na de
Eerste Wereldoorlog was het duidelijk geworden, dat de behoefte aan
spoorverdubbeling zich niet meer zou doen gevoelen. Op verzoek van
de gemeente Maastricht werd daarom aan de noordzijde naast de
spoorbrug, een tweede brug aangelegd.
Deze vormde een openbare verbinding ten behoeve van voetgangers en
rijwielen, en kwam op 1 december 1922 gereed.
Naar aanleiding van de bouw van de stuw bij Borgharen, waarbij het
stuwpeil op de Maas op 44 m + N.A.P. gebracht werd, ontstond in 1933
behoefte aan een grotere doorvaarthoogte.
Het meest westelijk gelegen brugdeel, doorgaande over drie
scheepvaartopeningen, werd daartoe over zijn volle lengte 82 cm
omhoog gebracht. Aansluitend aan deze hoogte werd het oostelijk
gelegen brugdeel, ook doorgaande over drie openingen in een helling
1:140 gelegd.
Tengevolge van het omhoog brengen waren grotere en langere hellingen
ontstaan.
Voor de in een boog gelegen toerit aan de Wycker zijde was dit
nadelig.
Het was na 1931 dikwijls noodzakelijk van een hulplocomotief gebruik
te maken, om zware treinen naar de brug omhoog te duwen vanaf de
zijde van het station.
|
Voor het
dagelijkse leven van de meeste Maastrichtenaren had de ijzeren
spoorbrug, de op één na oudste van Nederland, weinig betekenis. In
1922 werd op verzoek van de Gemeente een voetbrug gelegd naast het
spoor, zodat de arbeiders van de fabrieken aan weerszijden van de
Maas sneller bij hun werk konden komen.
Spoorbrug vernield
Op 10 mei 1940 's
morgens om half 6 werd een deel van de brug op last van de
Nederlandse militaire autoriteiten vernield.
De vernieling beperkte zich tot de twee overspanningen aan de
Maastrichtse zijde.
In october 1940 kwam een voorlopig herstel van de brug gereed.
Het geallieerde bombardement van 18 augustus 1944 had kennelijk de
bedoeling de spoorbrug onklaar te maken.
Het doel werd echter gemist: de bommen troffen de woonwijken op de
beide oevers van de Maas.
Er vielen 92 doden en enige honderden gewonden.
Nog geen maand later, in de nacht van 7 op 8 september, maakten de
Duitsers zelf de brug onklaar, op een grondige wijze.
Daarbij werd de middelste pijler, met de kasteelachtige opbouw, tot
onder de waterlijn vernield.
Dat was het definitieve einde van de eerste spoorbrug van
Maastricht.
naor bove |
|
|
De vernielde eerste
spoorbrug door de Nederlandse legertop 1940. |
In 1945 legde
het Amerikaanse leger een noodbrug aan. |
De noodbrug heeft stand gehouden tot 1957 maar was van een kwaliteit
die het bij ijsgang meermalen nodig maakte de genie in te schakelen
voor het opblazen van het opgekruide ijs. De huidige spoorbrug, met
een middendeel van 66 meter, werd in 1957 aangelegd naar een ontwerp
van de afdeling Staalbouw en Bugonderhoud van de NS door de
koninklijke Fabrieken Penn & Bauduin te Dordrecht. De bouwkosten
bedroegen Fl. 1.586.000,00 (bron Eric Swaen RHCL Maas Over).
Het Betreft een
geklonken stalen spoorbrug voor enkelspoor bestaande uit aan
oostzijde een aanbrug met tussenpijler, een verstijfde
staafboogbrug, een hefbrug aan de westzijde, lengte 32,4 meter en een
aanbrug met tussenpijler. Doorvaarthoogte bij geheven hefbrug is ca.
8,5 m. De hefbrug werd pas in 1961 gerealiseerd op verzoek van
Rijkswaterstaat. Hiertoe werden aan de buitenzijde van de hiervoor
bestemde deel van de aanbrug (was bij het ontwerp rekening mee
gehouden), hydraulische vijzels geplaatst door Machinefabriek Frans
Smulders (later Stork Jaffa). Brug is niet meer in gebruik. De
brug werd gebouwd naast de in gebruik zijnde noodbrug en werd dus op
dezelfde plaats gelegd als de oude brug. In oktober 1957 werd de
brug in dienst gesteld. Er zijn plannen om omstreeks 2012 een
tramverbinding te openen naar Lanaken.
De spoorbrug over de Maas in Maastricht wordt grondig onder handen
genomen.
De rails worden vernieuwd en het ijzerwerk krijgt een nieuwe
verflaag.
Daartoe is de afgelopen weken een steigerconstructie aan de
oeververbinding vastgeklonken.
Het werk duurt tot eind 2008 en is nodig omdat over de brug weer
goederenvervoer tussen Maastricht en Lanaken gaat rijden.
naor bove |
Oud Vuil ?
Door één van de leden
(El Loco) van Mestreech Online werd er in maart 2011als oud vuil in
de berm naast de MediaMarkt aan de Franciscus Romanusweg gevonden,
hij vraagt zich terecht af of dit niet een stuk is van de oude
spoorbrug!
Nou willen we natuurlijk weten waar dit fragment precies vandaan
komt. Ik heb geen gedetailleerde foto's van het neogotische torentje
bij het bruggehoofd kunnen vinden. Dat lijkt me toch nog steeds de
beste kandidaat, wat herkomst betreft van deze brok steen. Op de
grote foto van
Tibaert/Alphonse
Scaf
(post #36) is het torentje helaas net niet te zien.
Foto rechts, van links naar rechts: tekening bruggehoofd. Midden: detail foto
post #9, gevonden fragment (ondersteboven)
Goed te herkennen zijn de veelhoekige profileringen langs de
bovenrand van het basement en de loofachtige en knopvormige
versieringen (om het netjes te zeggen...).
Verder vond ik op de gemeentelijke website de volgende informatie:
Op
een tekening van Johannes Brabant van omstreeks 1865 is goed te zien
dat de brug meerdere kasteelachtige torentjes telde: vier op de
linkeroever, twee in het midden en vier op de rechteroever. Het
gevonden fragment is, gezien de plaats waar het zich nu bevindt,
waarschijnlijk afkomstig van één van de torentjes op de
rechteroever.
Detail tekening J. van Brabant (bron: J.H. Jenniskens, Het Spoor,
blz.36)
naor bove |
Allebonneur
Spoorbrug
Dit stukje is vooral bedoeld voor iedereen die in Maastricht met een
spuitbus verf rondloopt om muren, elektriciteitskasten,
asfalt, deuren, treinstellen, zitbanken, brievenbussen en
telefooncellen zinloos te besmeuren.
De stedelijke kladderaars noemen hun vandalisme - godbetert -
graffiti, maar ze hebben geen idee wat dat eigenlijk inhoudt.
Het doet maar wat, heeft geen enkele fantasie - laat staan humor -
en komt vaak niet verder dan kreten als ‘MVV rules’ en obsceniteiten
in alle denkbare varianten.
Enfin: creatief is anders.
Genoeg gezeurd, dit moet tenslotte een - ahum - oproep worden met
een positieve insteek.
Aanleiding is de spoorbrug over de Maas die momenteel voor heel veel
geld opnieuw in de verf wordt gezet.
Sinds kort is de middenboog uit de steigers en het lokale
graffitileger heeft ongetwijfeld al likkebaardend de maagdelijke
metalen oppervlakken boven het water opgemerkt.
Welnu, beste kliederaars: kunnen we voor één keer afspreken dat
jullie daar wegblijven en de plek overlaten aan échte kunstenaars?
Want die zijn er.
Ware
artiesten met wereldfaam.
Ze verrijken de openbare ruimte met kunst die tot nadenken stemt of
een glimlach op de lippen tovert.
De bekendste is Londenaar
Banksy,
wiens graffiti door musea en popsterren is gekocht.
Hij stuntte in enkele jaren tijd heel wat publiciteit en discussies
bij elkaar.
Mooi voorbeeld: Banksy beklom het pinguïnpaviljoen van de London Zoo
en schreef in manshoge letters: "We’re bored of fish" op de
achterwand.
Op de muur van het olifantenhok lazen bezoekers: Ik wil eruit. Het
is koud hier en de oppasser stinkt.
De slogans en geveltekeningen van Banksy zijn vaak vredelievend,
antikapitalistisch en anti-gevestigde orde.
Heel wat anders dan de vierletter scheldwoorden waar we het hier mee
moeten doen.
Wij zouden het niet erg vinden als in Maastricht iemand opstaat die
ons ’s ochtends op weg naar het werk met regelmaat verrast met in
grappen verpakte maatschappijkritiek.
Leers en zijn politiechef die een kloeke joint delen, André Rieu als
straatmuzikant in de Grote Staat, een blutte Ward Vleugels met
omgekeerde broekzakken vanwege zijn eigen hoge parkeertarieven.
Waar blijft onze Sjengsky?
© John Hoofs; gazet De Limburger; 02-10-2008.
|
SLOOP !!
Op 27 januari 2022 werd bekend dat Prorail
de spoorbrug die op de monumentenlijst staat wilt afbreken, in 2010
werd deze brug nog voor 33 miljoen euro gerenoveerd. Sindsdien reden
er slechts vijftien treinen over de brug. De plannen leide tot
kamervragen in de tweede kamer door kamerlid Habtamu van de PvdA.
RTV Maastricht meldt
dat de aanvraag die eigenaar ProRail blijkt te
hebben gedaan om de spoorbrug over de Maas te slopen tot verbazing
leidt bij de lokale politiek. De brug die lange tijd buiten gebruik
was, opende in 2011 na herstelwerkzaamheden van 33 miljoen maar werd
enkele jaren daarna weer gesloten omdat er te weinig gebruik van
werd gemaakt. Diverse plannen om de brug opnieuw in functie te
brengen - bijvoorbeeld als fiets- of voetgangersbrug of als
verbinding voor de tram Maastricht-Hasselt- liepen spaak. Omdat
hoge schepen er niet onderdoor kunnen en de brug vaak opengezet zou
moeten worden, ziet Rijkswaterstaat hem ‘t liefst verdwijnen.
Maar dat gaat onder andere D66, Partij Veilig Maastricht en de PvdA
nu veel te snel. De partijen wijzen op de monumentale waarde van de
brug en hekelen het feit dat de raad niet eerder op de hoogte is
gesteld van het voornemen. Men vraagt daarom het sloopplan van tafel
te halen totdat andere opties goed onderzocht zijn |
Bron:
Site:
Mestreechonline,
Bruggenstichting, boek Maastrichtse Monumententaal blz 75, Historische Encyclopedie
Maastricht blz 498,
De Limburger
Foto:
MestreechterSteerke,
Mestreechonline,
Tibaert,
RTVNaastricht. |
|