|
Stadhoescarillon (Stadhuiscarillon) |
Tekst Frank Steijns (stadsbeiaardier) Wat is een carillon? Een carillon, ook beiaard of klokkenspel genoemd, is het grootste en zwaarste muziekinstrument ter wereld. Het bestaat uit een aantal (meestal 49) bronzen klokken. De klepels van deze klokken zijn elk door een stalen draad verbonden aan een toets op een klavier. Dit klavier is vergelijkbaar met een orgel: het heeft toetsen die met de handen worden bespeeld en pedalen die met de voeten worden bespeeld. Vanwege het zware gewicht van de metalen klepels is het niet mogelijk de toetsen met de vingers in te duwen. Ze worden daarom met de vuisten naar beneden geduwd. Natuurlijk zijn daarvoor grotere en meer robuuste toetsen nodig.
Op 15 september 1996 werd het
carillon van het stadhuis met een aantal nieuwe klokken
verrijkt. Voor het pand van hoofdsponsor SNS- bank bewonderen burgemeester
Houben, Mr. van Erp (namens sponsor NV Nutsbedrijven), Mr.
Hosselet (voorzitter van de stichting particulier initiatief
carillon stadhuis) en stadsbeiaardier Frank Steijns de grootste
klok De witte en zwarte toetsen zoals bij piano of
orgel zijn dan ook vervangen door houten stokken. Het carillon
wordt bespeeld door een beiaardier. Hij duwt met zijn vuisten en
voeten de toetsen naar beneden, waardoor de klepe De stadsbeiaardier Frank Steijns bespeelt het stadhuiscarillon. Het Hemony-carillon van het stadhuis in Maastricht (genoemd naar de gieter van de klokken) dateert uit 1663/64 en is een van de oudste en mooiste carillons ter wereld. Het is zonder twijfel een monument met een bewogen geschiedenis. Het doorstond oorlogen en bezettingen, maar was ook vaak het jubelende middelpunt van grootse feesten en uitzinnige vreugde. Het stadhuiscarillon is door de eeuwen heen steeds het 'geluid' en de stem van Maastricht geweest, een specifiek onderdeel van de speciale sfeer van deze stad.
Maar het carillon is meer dan
dat: het is een volwaardig muziekinstrument, waarbij de
binnenstad één grote concertzaal is. De klank van een klok kan
niet worden gedempt en het door elkaar klinken van de klokken
zorgt in de buitenlucht voor een natuurlijke 'nagalm' of
akoestiek waarvoor bij andere, kleinere instrumenten een goede
concertruimte nodig is. Neem ook eens de tijd om op uw gemak,
zittend op een van de terrasjes op de Markt, de prachtige
klanken van dit carillon te beluisteren. Geniet van de sfeer en
bedenk dat meer dan drie eeuwen lang generatie na generatie
dezelfde klanken heeft gehoord, terwijl het carillon vele
generaties na ons nog steeds zo zal klinken. Historie was zelden
zo levend, zo hoorbaar nabij...
Een klok klinkt nooit zomaar.
Bronzen radio's
Houten noodtoren
De makers van het carillon
De negentiende en twintigste eeuw: het carillon raakt in verval, maar komt er weer bovenop Na een enorme bloeiperiode in de zeventiende en achttiende eeuw verloor het carillon in de loop van de negentiende eeuw langzamerhand zijn status als uitdrager van (stedelijke) overheidsmacht. Tegelijk verloor het zijn functie als tijdsaanduider ten koste van de stoomfluiten van de fabriek. Er werd beknibbeld op de bespelingen en het onderhoud, waardoor het instrument in steeds slechtere staat kwam te verkeren. In het midden van de negentiende eeuw was er in Maastricht zelfs geen sprake meer van een regelmatige bespeling van het stadhuiscarillon. Er werd zelfs gevreesd dat vroeg of laat een of meer klokken naar beneden zouden storten. Tijdens een raadsvergadering in 1905 werd zelfs de suggestie gedaan het carillon dan maar als schroot van de hand te doen! Gelukkig is het zover niet gekomen, maar het duurde wel tot 1962, voor er een grondige en deskundige restauratie van het instrument zou plaatsvinden. Bij deze restauratie werd het instrument aanzienlijk uitgebreid. Maar enige oude klokken waren er zo slecht aan toe dat ze moesten worden vervangen. In 1997 vond er weer een restauratie plaats. Ditmaal werd het carillon, met steun van gemeente, particulieren en bedrijven, nog eens met zes klokken uitgebreid. Momenteel kan haast alle bestaande muziek op dit carillon gespeeld worden.
De stadsbeiaardier Beiaardiers waren in de zeventiende en achttiende eeuw, als verantwoordelijken voor de 'stafmuziek des volks' letterlijk en figuurlijk hooggeplaatste lieden. Dit blijkt onder meer uit een sollicitatieprocedure in 1730 te Mechelen (B), waarbij de kandidaten een inschrijfgeld moesten betalen ter hoogte van een modaal maandsalaris. In die tijd was er een duidelijke scheiding tussen kerkelijke en stedelijke beiaardiers. De Franse bezetter plaatste aan het begin van de negentiende eeuw alle torens, inclusief de daarin aanwezige carillons en dus ook de beiaardiers, onder het gezag van de overheid. Dit gebeurde niet alleen, omdat de torens van militair strategische waarde waren. Vooral Napoleon onderkende als geen ander het strategisch belang van het carillon als 'radio van het volk' en liet in elke stad waar dat nog niet het geval was een 'stads' beiaardier benoemen, die namens de overheid alle carillons in die stad diende te bespelen. Tot op de dag van vandaag staan haast alle beiaardiers in Nederland onder gezag van de stedelijke overheid.
Van vader op zoon Het is niet ongebruikelijk dat het stadsbeiaardierschap als een oud ambacht van vader op zoon wordt doorgegeven, zoals uit onderstaande lijst van Maastrichtse stadsbeiaardiers moge blijken. Niettemin is het opmerkelijk te noemen, dat vanaf 1794 het beroep van stadsbeiaardier in Maastricht meer dan anderhalve eeuw binnen één familie is gebleven. De hedendaagse beiaardier verschilt niet zo veel van zijn collega's uit vroeger eeuwen. Op vaste dagen in de week bespeelt hij het carillon, evenals op feestdagen en bij bijzondere gelegenheden. De conservatoriumopleiding tot beiaardier duurt zes jaar. Er zijn twee opleidingen tot beiaardier ter wereld: de Koninklijke Beiaardschool in Mechelen (B) en de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort. Aan een beiaardier worden zeer zware artistieke eisen gesteld. Hij speelt immers op drukke dagen voor een publiek van enkele duizenden mensen. Een muzikant beperkt zich meestal tot één specifiek genre: klassiek, jazz of pop, of zelfs onderdelen daarvan. Een beiaardier moet echter beschikken over een veel breder repertoire: van barok, klassiek, pop en jazz tot hedendaagse composities. Bovendien is hij verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van het instrument en de programmering van het automatisch spel.
De stadsbeiaardiers van
Maastricht |